Benny Neyman
Benny Neyman - Ik had me nog wel zoveel voorgenomen songtekst
Je score:
Het begon er allemaal mee, dat ik een flinke verkoudheid opliep Ik ben dan ook naar een dokter gegaan en heb me laten onderzoeken En hij trok er zo’n meewarig gezicht bij Ik vroeg hem: “Is het soms iets ernstigs?” “Tja”, zei hij, “Je hebt kanker, je hebt nog maar een paar dagen te leven. Het beste is, dat je nu braaf in bed gaat liggen en een paar compressen maakt. Je hebt nou eenmaal te woest geleefd, nu zit je met de gebakken peren.” Ik was natuurlijk volkomen in de war en pas Toen ik weer helder begon te denken Ben ik naar MALLE KEESSIE gegaan: Ik wilde eens heerlijk mijn hart uitstorten… Ik had me nog wel zoveel voorgenomen Misschien was er toch Misschien was er toch Nooit iets van terecht gekomen Maar nu rest mij nog slechts een enk’le vraag Hoe ik nu, hoe ik nog, hoe ik nu nog Deze nederlaag mee het graf indraag… In de straat waarin MALLE KEESSIE woont, zijn ontzettend veel duiven En bijna 1 op de 3 vogels draagt zo’n bontgekleurd hoedje van papier op zijn kop MALLE KEESSIE klimt elke nacht het raam uit Graait zo’n paar slapende duiven uit de dakgoot En laat ze ’s morgens weer vliegen Toen ik bij hem binnenkwam, had ie juist weer zo’n vogel in zijn vuist Ik zei: “KEESSIE, ik heb kanker, ik moet vlug sterven.” “Ach”, zei KEESSIE, “met jouw gestoorde verhouding tot de maatschappij, Is dat toch zeker het best voor je, dat moet gevierd worden We nodigen nog zo’n paar half-lijken uit en dan ben jij het feestvarken.” Ik had me nog wel zoveel voorgenomen Misschien was er toch Misschien was er toch Nooit iets van terecht gekomen Maar nu rest mij nog slechts een enk’le vraag Hoe ik nu, hoe ik nog, hoe ik nu nog Deze nederlaag mee het graf indraag… We zijn toen eerst samen naar MOOIE ALFRED gegaan, de kinderboeman Het ging helemaal niet goed met hem Hij lag al een hele week in bed en schaamde zich: Een paar dagen geleden heeft hij zich Schaamteloos en in uiterste staat van opwinding Aan enkele kinderen getoond Die er tot zijn grootste ontsteltenis héél anders Op reageerden, dan hij had gehoopt De kinderen omsingelden hem onder luid gelach En schreeuwden, dat hij zich maar beter met zijn Blauw-dooraderd gedrocht kon laten begraven Toen hij wegliep werd hij nog door de horde Tot aan zijn huisdeur achterna gelopen KEESSIE en ik probeerden hem te troosten En vertelden hem dat ik kanker had; Dát hielp hem weer snel ter been… Tegen middernacht belandden we dan alle drie in café “het stuk” Het was er zeer druk en we moesten bij Kurt aan tafel gaan zitten Ja, KURT: dat is er zo eentje die naïeve schilderijen schildert Daarnaast nog een hoerenkas en een kroeg bezit Zich voordoet als arme artiest met bontvest en open gulp Maar die wel f. 350.000 “ballen” op de bank heeft staan Toen ie hoorde dat ik kanker had, deed ie meteen een zakelijk voorstel En smeet een oeroude “0-8” op tafel “Hier”, zei hij, “f. 20,-- omdat jij het bent, Met drie dozen munitie gratis erbij; Als je nog eens pijn hebt schuif je je dat ding in je bek, Haalt de trekker over, klaar, Basta”… Ik had me nog wel zoveel voorgenomen Misschien was er toch Misschien was er toch Nooit iets van terecht gekomen Maar nu rest mij nog slechts een enk’le vraag Hoe ik nu, hoe ik nog, hoe ik nu nog Deze nederlaag mee het graf indraag… Ik vroeg eerst aan de anderen wat ze van KURT’s aanbod dachten Het wapen ging van hand tot hand en werd als iets minderwaardigs beschouwd Men verweet de arme KURT dat ie de boel belazerde Of… hij kon mij dat verroeste ding mét 20 dozen munitie gratis geven Of… een paar opsodemieters krijgen Maar na een tijdje was iedereen straal bezopen; Dronkaards vervelen me en als ik me verveel Begin ik meestal te prakkiseren De anderen amuseerden zich wel en met MALLE KEESSIE voorop Was iedereen de straat op gewaggeld, om mijn pistool uit te proberen Behalve ik, zat er nu alleen nog maar een meisje met wallen onder haar ogen Het was een buitenlandse met scheve tanden en zomersproeten Ik stond erop, dat ze met me mee naar huis zou gaan: Het was de laatste wens van een stervende, Die ze in geen geval zou mogen afslaan ZE WAS VERRUKT! Maar toen ik hoorde, dat ook zij zwaar ziek was, krabbelde ik meteen terug Een zigeuner, uit de Camargue, had haar besmet Ik wilde haar ook weer niet beledigen en gaf haar als schadeloosstelling Het adres van een vriend van me, die ik graag iets “BLIJVENDS” wilde nalaten Ik had me nog wel zoveel voorgenomen Misschien was er toch Misschien was er toch Nooit iets van terecht gekomen Maar nu rest mij nog slechts een enk’le vraag Hoe ik nu, hoe ik nog, hoe ik nu nog Deze nederlaag mee het graf indraag… En terwijl zij en ik nog wat zaten, knalden mij die zatladders Mijn “0-8” leeg op de vensters van een tegenoverliggende bejaardenflat Plotseling hoorde ik iemand brullen: “De smerissen komen!!!” En toen ik ging kijken, zag ik de horde naar alle kanten uit elkaar stormen Ook het meisje kneep er stiekum tussenuit en verdween, Zonder afscheid te nemen, de eerste de beste hoek om Het feest was afgelopen… Het pistool lag in de goot… Ik stak het in mijn zak en ben toen ook maar naar huis gegaan… Ik had me nog wel zoveel voorgenomen Misschien was er toch Misschien was er toch Nooit iets van terecht gekomen Maar nu rest mij nog slechts een enk’le vraag Hoe ik nu, hoe ik nog, hoe ik nu nog Deze nederlaag mee het graf indraag…