Zingen is voor mij m’n lust en leven (leven)
Liedjes zijn er zelfs in overvloed (overvloed)
En waar ze over gaan  is mij om ’t even
Ik zing van weet ik veel tot Wiener blut

Want als ik zing (zing)
Valt het allemaal mee (zing)
In het bad of Carré (zing)
Fluit of neurie een lied 

Al ken ik de woorden niet
Ik zing over bijen en bloemen
Ik zing veel te veel om te noemen
Zingen is het mooiste wat er is

De mensen zeggen vaak ik kan niet zingen (zing)
Oh ik ben precies een schorre kip (schorre kip)
Kijk ik kan ze er natuurlijk niet toe dwingen
Maar voor die mensen heb ik wel een tip

Kom mensen zing (zing)
’s Avonds zacht in je bed (zing)
Luidkeels op het toilet (zing)
Met de radio mee 
Op de trap bij V&D

Zing al het sneeuw van de daken 
Zing je hebt met niemand te maken
Zingen is het mooiste wat er is

Oh wat zou het leven zonder zang zijn (zang zijn)
Saai en ongezellig, een dooie boel (dooie boel)
Hoort  u, dat is precies wat ik bedoel

Dus, allemaal, zing 
Of het mooi is of niet (zing)
Ja zelfs Piet en Margriet (zing)
Onze eigen premier
Ja iedereen zingt mee
Dus zing do,re,mi, la, fi, fijn zijn
Zing Max Teljeur op de zijlijn
Zingen is het mooiste wat er is

Oh zing ach wat kan het je schelen
Zing want dat toen er zovelen
Zing zachtjes uit je mond of bij een kus
Enfin door het klepje van de brievenbus
Of keihard in de oren van je zus