Middernacht op de landweg
Mijn kop uit het raam
Warm walmende wietjes
Ik weet nog maar net m'n naam
Dan ineens in de verte
Zijn er letters verlicht
Ik zie geen bal meer en ik moet naar bed
Mijn ogen vallen al dicht

Zij stond daar in de ingang
Er klonk een missiebel
En ik zie zachtjes tot mijzelf:
"Wordt dit de hemel of wordt dit de hel?"
En ze stak een lantaarn aan
En ze leidde me voor
Vreemde stemmen bij de binnendeur
Zongen in mijn oor

   Welkom hier in Hotel El Dorado
Wat een mooi gebouw
Wat een mooi gebouw
Wat een mooie vrouw
Dames te keur hier in Hotel El Dorado
Ja, het hele jaar 
Ja, het hele jaar
Worden dromen waar
  
Haar hoofd is wit van juwelen
ze koopt de binnenstad plat
Ze houdt een roedel jonge jongens aan
Die noemt ze: "Schat"
Zie hun dans op het grasveld
Zoet zomerzweet
Wie danst om te leven 
Die danst en vergeet
Dus ik wenkte de ober:
"Doe mij maar een wijn"
Hij zei: "Die fles zal aan de geest te zien
Uit negenenzestig zijn"
En telkens hoor ik die stem en hier ver vandaan
Tot ze 's nachts en dan schiet je overeind
Aan je bedrand staan
 
   Welkom hier in Hotel El Dorado
Wat een mooi gebouw
Wat een mooi gebouw
Wat een mooie vrouw
Ze gaan uit hun dak hier in Hotel El Dorado
Wat een droomlogies
Wat een droomlogies
Zorgt voor alibi's    

Het plafond vol spiegels
Weerkaatst in roze bril
Als ze zegt:
"Wij zijn slechts gevangenen hier
Van de vrije wil"
En in de koningskamer
Begint het vretensfeest
Ze beuken met een keukenmes
Maar geen mens hier slacht het beest
Nog net bij bewustzijn
Kon ik vluchten naar de poort
Ik moest weer als de bliksem terug
Naar mijn wereld van hiervoor
"Kom aan", zei de nachtwacht,
"We zijn aan gasten gehecht
Lever de sleutel inwanneer u wilt
Maar u gaat nooit meer weg"