De weg die ik ging
Die was vol hobbels en vol kuilen
Geluk liet me in de steek
Tot ik in jouw ogen keek
‘k Had jou niet aan zien komen
‘k Had nooit kunnen dromen
Dat zoiets liefs als jij was weggelegd voor mij

En de zon ( de zon) kwam op (kwam op)
Toen ‘k je streelde met m’n vingertop
Hart en ziel (hart en ziel), van slag (van slag)
Toen je in m’n armen lag
En ik wacht ( ik wacht) dat jij (dat jij)
Nooit, nee nooit meer weg zou gaan bij mij 
Ons geluk, ons leven begon
In de zon

Ik denk nog vaak aan vroeger
Toen ik nog alleen was
Geluk was iets uit een boek
Het kwam nooit op bezoek
’t Leven was saai en somber
Tot op die dag een wonder
Ons tweeën samen bracht 
Na een hele lange nacht

En de zon ( de zon) kwam op (kwam op)
Toen ‘k je streelde met m’n vingertop
Hart en ziel (hart en ziel), van slag (van slag)
Toen je in m’n armen lag
En ik wacht ( ik wacht) dat jij (dat jij)
Nooit, nee nooit meer weg zou gaan bij mij 
Ons geluk, ons leven begon
In de zon