Adèle Bloemendaal
Adèle Bloemendaal - Ballade van 't fijne gesticht songtekst
Je score:
De samenleving is als omgeving Niet erg berekend op bejaarden 't Wordt steeds gesjachter Zij blijven achter En dat verstoort hun eigenwaarde Nu heeft hun dankbaar nageslacht Iets moois bedacht Jij gaat fijn in een gesticht, vader En dan wordt je leven licht, vader Zelf heb je dan nergens geen omkijken meer naar Kijk, ze knopen in 't gesticht, vader Als het moet, je gulp nog dicht, vader Alles voor je geregeld! Zo word jij honderd jaar Op tijd je ditje, op tijd je datje Op tijd je natje, en je droogje En op je hart, je gal Je reumatiek en al Houdt de zuster een oogje 'r Wordt op je gelet, vader Tijdig in en uit je bed, vader Mocht het soms met de stoelgang niet willen Direct zijn er pillen Alles is daar gericht Op een verheugd gezicht In zo'n gesticht De mens van heden heeft zijn verleden In de gedaante van zijn ouders Nog alle dagen maar mee te dragen Op zijn al zwaarbelaste schouders Met alle liefde en dankbaarheid Wil die 't wel kwijt Jij gaat fijn in een gesticht, moeder Dat zijn wij aan jou verplicht, moeder Nooit meer aardappels schillen: 't Gaat alles machinaal 'n Paradijs is zo'n gesticht, moeder Je bestaan wordt een gedicht, moeder Zo gezellig met slapen: zes vrouwen op een zaal Je kan d'r breien, je kan d'r praten Je kan 't ook laten, en gaan denken "Met een minuutje of tien Zullen ze toch misschien Nou wel koffie inschenken" Pijntjes in je buik, moeder Dadelijk een warme kruik, moeder En je temperatuur wordt gemeten ('n Mens kan nooit weten) Aandacht op jou gericht Dat zijn ze zo verplicht In zo'n gesticht Jij gaat fijn in een gesticht, ouwe Daar vergeet je heel je jicht, ouwe Al die leuke bejaarden saamhorig in een kring In zo'n goedgeleid gesticht, ouwe Vindt een mens z'n evenwicht, ouwe Altijd orde en regel, dat geeft bevrediging Je zit er binnen Je zit er warm Je hoeft geen arremoe te lijden; Alle gelegenheid Om je d'r mettertijd Op de dood voor te bereiden Als 'k je nou vertel, ouwe D'r is een fraaie rouwkapel, ouwe Als er een dat verdiend heeft, ben jij 't wel Gunst, 't wordt een blijspel 't Lijkt me zo'n mooi gezicht Als je daar eenmaal ligt in dat gesticht