Elke avond zit ik voor het blok:
tien voor zeven Fabelkrant: de klok – de krant – de klok.
Kijk ik naar de STER op Eén?
Kijk ik naar de STER op Twee?
Zal ik effe switchen? Zet ik eerst nog effe thee?

Elke avond zit ik daar en wacht:
eerst nog eentje na het nieuws, dan vóór het nieuws van acht.
Alle dagen is ‘ie er.
Even nog en ’t is zover:
leve de reclame! Ik ben stapel op de STER!

Stapel, stapel, stapel op de STER.
Nanananana, nanananana.
Stapel, stapel, stapel op de STER.
Nanananananananana..
Punten bij de pasta,
zegels bij de zeep,
knikkers bij de crackertjes
en raadsels bij de reep,
zeven centen voordeel
op de gele vla.
Ik ben dol op reclame,
stapel op reclame!
Houdt u van reclame?
Jaaaaaaaaa!

Elke avond na meneer de Uil:
weg zijn alle vlekken en waar is alle vuil?
Extra! Extra! Profiteer!
Minder geld voor heel veel méér!
Leve de reclame op de commerciële zuil!

Stapel, stapel, stapel op de STER.
Nanananana, nanananana.
Stapel, stapel, stapel op de STER.
Nanananananananana..
Speldjes bij de sproedel,
prikkers bij de prik,
buttons bij de boterkoek
en balkenbrij in blik,
zeven centen voordeel
op de gele vla.
Ik ben dol op reclame,
stapel op reclame!
Houdt u van reclame?
Jaaaaaaaaa!

Eenmaal hoop ik dat het echt gebeurt:
álles is voordeliger! En ík ben aan de beurt!
Inderdaad is wit ook wit!
Ik héb een parelwit gebit
En iedereen is dubbelschoon en ieder jasje zit!

Stapel, stapel, stapel op de STER.
Nanananana, nanananana.
Stapel, stapel, stapel op de STER.
Nanananananananana.

Eigenljik word ik
stapel, stapel, stapel van de STER.
Nanananana, nanananana.
Stapel, stapel, stapel van de STER.
Nanananananananana.