Een tovenaar kan toveren en andere mensen niet.
Die kunnen hoogstens goochelen,
met zakdoeken wat vogelen,
zoals men dikwijls ziet. Zoals men dikwijls ziet.
Maar een tovenaar is anders. Al is hij vals of slecht,
een tovenaar is volbloed, een tovenaar is echt.

Maar een tovenaar, een tovenaar,
al is hij vals of slecht,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.
Maar een tovenaar, een tovenaar,
al is hij vals of slecht,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.

Een tovenaar heeft geen geheime zakken in zijn mouw.
Hij zal je niet verlakken met een truc met eindjes touw.
Een tovenaar bezwiebelt, een tovenaar bezweert
en als het niet wil lukken, tja, dan doet hij iets verkeerd.

Maar een tovenaar, een tovenaar,
wat ook een ander zegt,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.
Maar een tovenaar, een tovenaar,
al is hij vals of slecht,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.

Een tovenaar die tovert, die houdt niemand voor de mal.
Hij prevelt zijn bezwering es
en als het de verkeerde is,
gebeurt er ook geen bal. Nee, dan gebeurt er ook geen bal.
En stijgt er groene rook op vanuit het rode vuur,
dan zwaait hij met zijn stafje. Zo’n stafje is heel duur.

Maar een tovenaar, een tovenaar,
al is hij vals of slecht,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.
Maar een tovenaar, een tovenaar,
al is hij vals of slecht,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.

Prinsessen komen praten en kikkers willen raad
en draken willen weten hoe men een prins verslaat.
Hij giebelt met de geesten, hij smiespelt met een spook
en als het ooit niet uitkomt, dan is hij van de kook.

Maar een tovenaar, een tovenaar,
wat ook een ander zegt,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.
Maar een tovenaar, een tovenaar,
al is hij vals of slecht,
een tovenaar, geloof het maar,
een tovenaar is echt.

Hamelen…