Haar af

Over een viertal jaren
Was men nog onervaren
Elk had een weinig centen
Wie kon leefde van zijn renten
Toen onverwachts de pinnen
Hier allen vielen binnen
En zich deden beminnen
Door hun zachtaardig gemoed
Ze waren toch zo goed
Maar dolverliefd op bloed

Refrein
Spijtig dat een zeker soort
Met dit gespuis was in akkoord
Jong en getrouwde vrouwen
Die voor smeer kusten den beer
Wachten tot d'oorlog was gedaan
Daarvoor waren ze niet bekwaam
t'Zou hen kunnen berouwen
Want elk haar van elke snaar
Moest door de schaar

Vooreerst zat elk te beven
Als men ze rond zag zweven
Gaan moorden en gaan stelen
Om dan den buit te delen
Doch t'bang zijn bleef niet duren
Want k'zag in ons geburen
De wijven lachjes sturen
Aan den vijand van ons land
En hij van zijnen kant
Toonde zich heel galant

Refrein

Daar ging men aan het drinken
En liet de glazen klinken
Mern zong een vrolijk liedje
Dat past bij een lief bietje
Otto bracht lekker eten
Waar zij rustig in beten
Hun man was rap vergeten
Voor den sierlijken soldaat
En daar het werd reeds laat
Sliepen ze als kameraad

Refrein

Maar alles heeft een einde
Soms vroeger dan men t'meinde
De Pruis van elk verlaten
Moest verder naar zijn staten
Ons Belgen kwamen nader
Bij moeder en bij vader
Maar ook bij den verrader
Die haar lieveling niet bleef trouw
Doch zich verschoonde gauw
Als een Duitse wasvrouw

Slotrefrein
Slonsen , t'is nu voorgoed gedaan
Met bij den fellen Duits te gaan
Adieu verlakte schoentjes
Goud garnituur
Kommen vol vuur
Ge hebt zeker lang genoeg gevrijd
t'Wordt tijd dat men uw bles afsnijdt
Geeft nu maar lieve zoentjes
Uw haar moet er af
Korter als kaf
t'Is voor uw straf
           ____________________________