Nooit vergeet ik vroeger tijden
de prachtige steden
De grachten en reien
De markten en kramen
De torens van Gent
Het carillon speelde er hoog en laag
De kinderen speelden bij Stadswaag
De poorters die groetten de pachters van buiten

Nooit vergeet ik vroeger tijden
De rijke gemeenten
De vrolijke kroeg
Het zotte gelach, vond u dat genoeg?
De avondklok luidde een eind aan het werk
Op tijd uit de broek en op tijd in de kerk
De priesters schoot lekker op met God

De boeren lachten met volle magen
Geen jaren van honger, geen jaren met plagen
Hier was Vlaanderen en Frankrijk was daar
En toen kwamen de Fransen met gedruis en geweld
Ze beroofden de boeren, namen hun geld
En toen lag de welvaart meteen in de goot
 
Toen kwamen de rijken, de kerk en de adel
Die lichten de kleinen voorgoed uit het zadel
Die dan maar verarmden en weerom verarmden
Brussel werd Frans, Vlaanderen een lijk
En toen werd België onafhankelijk
En tot vandaag bleef die toestand nog altijd gelijk