Ik ben lekker als verstekeling aan boord,
stiekem mee met allemaal, in het geniep en in het geheim
in het donkere vooronder van het keukenmagazijn,
tussen blikjes dure doppers van de allerbeste soort.
Kom van honger heus niet om, hiermee kan ik weken voort.
 
Ik ben lekker als verstekeling aan boord,
lekker gratis op het schip en voor niks op avontuur,
tussen koekjes met amandel en augurkjes in het zuur,
tussen spek en Spaanse peper, er is niemand die me hoort.
Ik ben lekker als verstekeling een weekie lang aan boord.
 
Als het donker is, dan sluip ik soms aan dek
en ik meng me bij de gasten in het gesprek
en geen mens die iets zal merken.
Ik zal lekker rustig werken
tot de grote dag dat ik de buit ontdek.
Paulus ontdekt de lang gezochte plek.
 
Ik ben lekker als verstekeling aan boord,
ga gewoon mijn eigen gang, raak de boeven op het spoor,
doe een dutje op zijn tijd en zoek dan ijverig weer door.
Als je vlucht door de patrijspoort, dan pakt Paulus Post je beet.
Paulus Post die alles door heeft, Paulus Post die alles weet.
 
Dit is net de grote ijskast van een reus:
ik heb krab en kreeft en kip, ik heb de keus.
En dan sluip ik soms het dek op
En vang een verdacht gesprek op,
want in luisteren is Paulus fabuleus.
Paulus neemt hele bendes bij de neus.
 
Ik ben lekker als verstekeling aan boord.
Het is net als in een film, het is net als in een strip:
een verhaal vol fijne boeven op een fabelachtig schip
en geen kip houdt mij meer tegen en geen hond ook die me hoort.
Ik zit lekker als verstekeling,
lig lekker als verstekeling -
ik wou dat het zo weken ging -
lekker als verstekeling aan boord!