Wim Sonneveld
Wim Sonneveld - Daar woonde eens een mannetje naast ons (Poepjes) songtekst
Je score:
Daar woonde een mannetje naast ons Zo triest als geen tweede in ’t land Wanneer ie op straat kwam dan liep ie Heel dicht langs de huizenkant En steeds als ie over wou steken Of vlug naar de tram moest misschien Dan was ’t of ie stilletjes huilde Daar iedereen hem nu kon zien Waarom? … Als je heel goed wou luisteren Dan kon je hem zacht horen fluisteren O, ik heet het is verschrikkelijk Poepjes, Poepjes Iedereen lacht ogenblikkelijk Om Poepjes, Poepjes ’t Is vreselijk ongemakkelijk Poepjes, Poepjes Als ik me voor moet stellen dan hakkel ik Mijn naam is Poepjes, Poepjes En geen kind in de straat lust snoepjes Van ene Poepjes Het ging nog zolang ie mocht zwijgen Of onder mocht duiken in ’t werk Geen plaatje op de deur hoefde hebben Of achter mocht staan in de kerk Een meisje waarmee ie ging wandelen Dat vond hem in ’t eerst wel een heer Totdat ze opeens naar hem lachte Je heet Henk, maar hoe heet je nog meer Toen liep ie een nacht lang verlaten In ’t park tegen de maan te praten Is ’t voor jou daar, ook vermakelijk Poepjes, Poepjes Ben ik daarom zelf onsmakelijk Poepjes, Poepjes Alle mensen zijn onredelijk Voor Poepjes, Poepjes Ben ik daarom zelf onzedelijk Poepjes, Poepjes En de mensen die staan in groepjes Hé daar gaat Poepjes Maar op een avond vond ie toevallig Een heel oud adresboekje op straat En honderdmaal Smit en De Raad Toen nam hij de P. onderhanden Hij zocht met zijn tong uit zijn mond En zag tot zijn grote verbazing Dat er maar één Poepjes bestond Het was of ie wéér werd geboren En ’s avonds kon heel de straat horen O, ik heet, het is verrukkelijk Poepjes, ja, Poepjes Niet onduidelijk maar nadrukkelijk Poepjes, ja Poepjes O, ik vind het niet meer vreselijk Poepjes, Poepjes Het klinkt zelfs bijna feestelijk Poepjes, Poepjes Poepjes, ja Poepjes, gewoon Poepjes En ik schrijf het op muren en stoepjes Ja, ik heet Poepjes, Poepjes, P-o-e-p-j-e-s