Zal ik u wat vertellen wat het grote probleem wordt voor het nieuwe jaar? En dat zult u misschien vreemd vinden, het grote probleem voor het nieuwe jaar, dat gaat worden met wie wij goed zijn en met wie wij eigenlijk slecht zijn, want dat verandert met de dag dat zie je nou weer, hè. Vandaag zijn we goed met deze en morgen zijn we goed met die. En je weet niet meer wie je groeten mag. Morgen weet ik niet meer wie ik groeten mag. ’s moeilijk, hoor.

Ik weet vandaag niet wie ik mogen nog mag groeten
Want wie ik zeggen mag: “Ik wens je goed Nieuwjaar”’ 
Als ik de foute groet, gooit u me voor mijn voeten
Jij hebt geen ruggengraat, jij groet ook alles maar
Negeer natuurlijk vierkant de rode Boelganin
Maar Eisenhower groet ik wel, daar zit het ‘m niet in
Maar in het grote niemandsland dat ligt tussen die twee
Daar zwerven ze nog rond bij honderdtallen
De Tito’s en de Franco’s groet ik ze ja of groet ik ze nee
En dat zijn wat je noemt de grensgevallen

Dan zal ik u eens een paar eenvoudige voorbeelden geven en dan moet u zeggen als u ze morgen nog op nieuwjaarsdag tegenkomt of u die dan zou groeten, ja of nee. Moet u eerlijk zeggen. Moet u direct gewoon alleen maar zeggen: ja of nee? Uit de grond van uw hart. Niet bij uzelf denken van m’n buurman zegt ja, dan zeg ik ook maar ja. Da’s niks. Eerlijk zeggen. Gewoon ook allemaal in de huiskamer en zo. Al komt er ruzie van. Al ga je smijten met oliebollen. Dat geeft niks, hoor. We nemen een eenvoudig voorbeeld. Jongens, we beginnen.

Zullen we Nasser morgen groeten
Als we hem bij het kanaal ontmoeten?
Ja of nee?

Jongens, Nasser, groeten we die ja of nee?
Nee
Nee, ik zou ook zeggen nee. Eigenaardig. Ik zal dan morgen niet bij het kanaal zijn, maar ik zal hem niet groeten. Jongens, dan maken we het moeilijker hoor. Gaan we het moeilijker maken, hoor.

Komt in de verte Faroek aan
Groeten we die, die heeft nooit iets gedaan
Ja of nee?

Nee? Ja? Nee?
Het grootste gedeelte zegt nee. Ik zou ook zeggen nee. Ik ben geen Faroukman. Eigenaardig hoor. Nee, ik, nee, Farouk ik vind het een ontevreden man. Nou zit hij op dat Capri en dan vindt hij dat weer niks. Dat eiland, dat is niks. Zou Pampus niks voor hem zijn? Nou dat weet je niet. Hij ligt er al zo lang voor.
Jongens, we maken het moeilijker hoor. Blijf er even bij. We maken het moeilijker hoor. 

Staat ie toevallig op z’n balkon
Groeten we dan Ben-Goerion
Ja of nee

Ja
Vind ik ook, hoor. Vind ik ook. Ja, Ben wel. Ja. Goed, moeilijker nog, jongens. Moeilijker nog.

Zullen we Eden morgen even
Met Nieuwjaar een handje geven
Ja of nee?

Eden, jongens, na de actie.

Ja. Nee.
Ja, zie je daar he ‘j ’t al. Voel u wel? Na de actie. Een gedeelte zegt nee en een gedeelte zegt ja. Ik zou zeggen ja. Want het is mislukt, kan die man niet helpen. Nee, als het gelukt was, was ie nou de man. Wees nou eerlijk. Dan noemden we Engeland nou de hof van Eden. Ja, wees nou eerlijk. Jongens, nog moeilijker, nog moeilijker hoor.

Ontmoeten we Nero op zijn olifant
Drukken we die de bemiddelende hand?
Is ie nou goed of is ie nou slecht?
Wordt ie door ons gedag gezegd?
Ja of nee?

Nero, jongens, Nero
Ja. Nee.
Daar he’ je het al. Daar he’ je de verdeeldheid waar ik bang voor was. Voel u wel? Ja, je weet het niet. En als we hem nou eens geen hand gaven, maar een beetje neutraal naar alle kanten zouden wuiven of zo. Kunnen we dat doen? Dat doet hij ook. Dat geeft toch niks. ’t Wordt nog moeilijker. 

Staat u met Tito op de tram
Hoe is uw houding groeten we hem?
Ja of nee?

Tito.
Ja. Nee. Ja.
Nee. Mogen he’ je hem misschien nodig. Neem me niet kwalijk. Zo dik zitten we niet in de bondgenoten, hoor. Ja. De aller moeilijkste is deze:

Wat zullen we strakjes met Franco doen
Geven we die een nieuwjaarszoen?
Ja of nee?

Nee
En we gaan tegen hem voetballen. Ik weet het niet meer, hoor.

Ik weet vandaag niet wie ik mogen nog moet groeten
Tot wie ik strakjes in het nieuwe jaar mag gaan 
En onze overheid die maakt zich uit de voeten
Die geeft ook nu al weer geen enkele richtlijn aan
‘k Negeer natuurlijk vierkant de rode Boelganin
Maar Eisenhower groet ik wel, daar zit het ‘m niet in
Maar in het grote niemandsland daar kan je lelijk vallen
En daarom heb ik een schitterend idee
Ik neem geen enkel risico, ik groet ze geen van allen
En morgen groet ik alleen juffrouw Klompé