Er zijn van die dagen in het hart van december
Dan rijdt er geen schimmel meer over het dak
Geen vrede op aard’ staat nog op de kalender
Er wordt niet gedreigd meer met ‘mee in de zak’

De bakker schuift borstplaat en taaipop terzijde
De letters die over zijn worden geteld
De gans loopt nog rauw door de winterse weide
Hij voelt zich kiplekker, maar hij is al besteld

   Want tussen het begin en het eind van december
Daar ligt een soort niemandsland op de kalender
Te laat voor Sint Nicolaas te vroeg voor de kerst
‘Zie ginds komt de stoomboot’ moet nodig ververst
’t Klinkt als in de kerstnacht de Mattheüspassion
Wel mooi misschien, maar een beetje ongewoon

Het is nog te vroeg voor de zilveren ballen
Wie nu met een kerstboom zit, zit heilig voor gek
Wie loopt met z’n skies als de sneeuw nog moet vallen
Breekt zonder te skiën al eigenlijk z’n nek
De bisschop is weg, zit al lang weer in Spanje
Wie nu nog als sint door de Kalverstraat rijdt
Doet net als de man die een fles met champagne
De dag na ’t feest nog ontkurkt aan het ontbijt

   Want tussen het begin en het eind van december
Daar ligt een soort niemandsland op de kalender
Een brok waar je eigenlijk niks mee begint
Te vroeg voor de Kerstmis, te laat voor de sint
Je zingt ook niet op Pasen “Stille nacht, heilige nacht”
Wel mooi misschien, maar een beetje onverwacht

Er zijn van die vreemde, onzichtbare wetten
Die staan in het hart van de mensen gegrift
Gij zult in augustus uw schoen nog niet zetten
Wie een kerstboom met Pasen heeft, geldt voor geschift
en wie met de Pinksteren zijn kroost wil verrassen
Zit niet als Sint Nicolaas aan het ontbijt
Geen wettig gezag waar je zo op moet passen
Als de wet van het feest op een wettige tijd

En dus houdt de mens in het hart van december
Voortdurend z’n oog op die grote kalender
Al doen ze ook allebei nog zo veel goed
Pas op dat de kerstman de sint nooit ontmoet
Dat werd geen stille nacht of heerlijk avondje dat kwam
Maar een beetje monumentenzorg tegen Kaasjager van Amsterdam