Wim Kan
Abc-cabaret & Wim Kan - Liefdesduet 1949 songtekst
Je score:
Over deze songtekst:
Uit 'Meester ABC' (1949) en 'Lente-melodieën' (1952).
Dit is de weide en ginds zijn de schapen Het zonnetje hangt in de lucht met een lach Meisjes en zijn enkel geschapen Om te bewijzen dat alles nu mag Het zijn op z'n hoogst maar een stuk of vier woorden Ik zoek al zo lang in mijn woordenschat rond Ik hoor in mijn oren De rijke akkoorden Maar de woorden uit mijn hart Willen niet uit mijn mond Want het moeilijkste klankje Van ons hele woordenplankje Zijn de klinkers in de klank 'ik heb je lief' Als je zoveel energie hebt Dat je 'schapen' onder de knie hebt Zit je nog te knoeien met 'ik heb je lief' Als je aap, noot, mies en weide Al gedeeltelijk terzijde Hebt geschoven als te weinig expressief Tob je nog met de vier woorden En de juichende akkoorden Die er klinken in de klank 'ik heb je lief' Meisje 't is altijd 't zelfde wijsje Maar de woorden te vinden Da's waar het om gaat Jongen Het is in den treuren gezongen 't Gaat er maar om Of je elkander verstaat Laten we dan maar 's even proberen Of wij elkander volkomen verstaan Je kunt ook zo leuk met gedachten jongleren Dan komen de woorden er niet meer op aan Als je na ruim duizend weken "'k Heb je lief" niet uit kunt spreken Kan je beter zeggen: "'t Weer is werkelijk puik En de ander kan dan zuchten Ondanks blauwe zomerluchten: "Er komt onweer want 't rommelt in m'n buik" En dan zeg je na een stilte en een mengeling van kilte En van warmte: "Ik heb een regenjas voor twee" Is de ander dan geen knuppel Zegt 'ie plots: "Er valt een druppel" Uit een wolkeloze hemel naar benee En zo zit je met je tweeën Dan gezellig en tevreeën In een minimum van tijd onder één jas En het hele kolossale Woordenboek van die Van Dale Komt er eigenlijk niet eens meer bij te pas Want de woorden moeten wachten Op het wonder der gedachten Want een woord is op zichzelf niet actief En het moeilijkste klankje Van ons hele woordenplankje Zijn de klinkers in de klank 'ik heb je lief' Ginds in de stad wonen Romme en Schouten Welter, Koos Vorrink en Gerben Wagenaar Die leerden de woorden te schrijven zonder fouten Maar wat ze er mee zeggen Ligt zo ver uit elkaar De één wil in 't Westen van vrede gaan dromen Zo half pacifistisch en half agressief Waar ander z'n heil uit 't Oosten ziet komen Doch trachten zij allen te zeggen: "'k Heb je lief" Maar het moeilijkste klankje Van ons hele woordenplankje Zijn de klinkers in de klank 'ik heb je lief' Als je bijna alle weken Voor de radio mag spreken Blijft het moeilijk om te zeggen: "'k Heb je lief" In een wei vol pinksterblommen Blijven Wagenaar en Romme Toch als bokken en als schapen agressief En ze zullen, da's om te huilen Nooit eens bij elkander schuilen Want dan zouden ze moeten zeggen: "'k Heb je lief En da's voor een akkoord Een veel te moeilijk woord