Willy Derby
Willy Derby - Visschersbede songtekst
Je score:
Bijna niemand die weet Die ons zoo stil ziet loopen Steeds zoo schamel gekleed Hoe duur we ons brood wel koopen Hoe er met vangst nooit gedraald wordt En hoe duur vaak de visch betaald wordt w’ Ons leven altijd moeten wagen Strijdend in de grootste eiland Met het woedend element Hoevele arme visschers, o straf Vonden in de golven hun graf Terwijl hij op zee ie stormen en wind Daar het brood verdient voor vrouw en kind Hoe meen’ge jonge, arme visschersvrouw Slijt met haar kroost d’r leven in rouw En zoekt dagelijks wezenloos aan het strand In de golven naar heur dierbaar pand Of je als je bezint Niets van de schuit wilt hooren Je bent nou eenmaal als visscherskind Eenmaal voor de zee geboren Al heb je ook zulk verheven plannen Je moet een visschersboei bemannen Je idealen voor eeuwig verbannen Want een visschersknaap heeft heusch Nimmer toch een wil of keus’ Je wordt naar in de sleur gejacht Waar je nou eenmaal in groot werd gebracht Al haal je ook de zee die je onverzaakt Al heel jong tot weeskind heeft gemaakt Waag je je willoos weer aan den dood Amper aan nog voor ’n schamel stuk brood En werpt steeds de reeders van onze vloot Zoo ons bloedgeld rijkelijk in hun schoot Wie kan nog droever lot Dan dat der visschers noemen Wie durft ooit voor zijn God Ons wreed bestaan verbloemen Wie zal er dan de angst en het llijden Van onze arme vrouwen en benijden Die steeds van heur man moeten scheiden Altijd weer zoo droef en bang God alleen weet voor hoe lang Wie weet wanneer hij haar verliet Of ze hem nog wel eens wederziet En hij die door haar zoo teer wordt bemind En de golven ook zijn graf niet vindt Wie telt de vrouwenharten die bloeien Woest spokend om onze visschersboeien Ons daar weer brengen in doodsgevaar Gij allen aan den disch Aan onze vangst verknocht werd Weet dat doorgaans die visch Vaak met den dood gekocht werd Weet dat als ge die visch moogt aanschouwen Dat onze kinderen en vrouwen Om hunman en vader te rouwen Gij die aan de visch geniet Vergeet het lot der visschers niet Helpt, bidt en steunt met milde hand Denkt aan het rouwend dorp bij het strand En lenigd den nood in de visschersstand Van ons zwaar bedroefde Nederland Wil geven in het diepste vertrouwen U de zorg voor onze kinderen en vrouwen Vergeet ze nooit verlicht toch het wee Van de arme visschers op de zee