Een boer is wanhopig op zoek naar een vrouw 
Hij kan haar maar niet vinden en belt Ivonne gauw 
Ze zegt: ik kom eraan! 
En stapt snel in haar bus
Ze wil hem graag helpen
Met deze zware klus

Z’n ogen zijn rood en branden als vuur
Hij zegt: ik kan het niet meer houden
Ik word heter met het uur
Ze zegt heel joviaal: het is goed dat jij mij kent
‘k Help je aan een vrouw 
Voor je tachtig bent

Jipijajé, jipijaho, ho 
De boer zoekt een vrouw

Z’n ogen geil, wat warrig haar, een T-shirt vol met zweet 
Brengt hij z’n dagen door zonder dat hij van liefde weet 
Hij kan niet anders dan doorgaan met dit hels karwei 
Hij kan zo niet leven 
Zonder een vrouwtje aan z’n zij 

Jipijajé, jipijaho, ho 
De boer zoekt een vrouw

Ivonne doet haar werk 
Dames in een rij 
Hij kan haast niet kiezen, wil ze ’t liefst allebei 
Hij heeft jaren lang gespaard zonder ooit te zijn gekust
Op van de zenuwen en vol van wellust

Jipijajé, jipijaho, ho 
De boer zoekt een vrouw

Jipijajé, jipijaho, ho
De boer zoekt een vrouw