Op de eerste dag van de zeven laatste dagen
zag Hij de wereld en zei:
“k Neem de dieren maar weer terug tot Mij
want anders gaan zij ook verloren lijk de mensen.”

Hij zag Zijn schepsels wenen,
Hij zag Zijn schepsels huilen,
maar bidden deed er geen één.
De eerste dag ging heen.

Op de tweede dag van de zeven laatste dagen
zag Hij de wereld en zei:
“’k Neem de bomen en de bloemen weer tot Mij
want gij verdient niet dat zij uw ogen langer strelen.”

Op de derde van de zeven laatste dagen
zag hij de wereld en zei:
“Gedaan met maan en ook met sterren,
want gij verdient niets anders dan schaduw.”

Hij zag Zijn schepsels wenen,
Hij zag Zijn schepsels huilen,
maar bidden deed er geen één.
En weer een dag ging heen.

Op de vierde dag van de zeven laatste dagen
zag Hij de wereld en zei:
“’k Neem die enkele getrouwen nog tot Mij,
want ik wil niet dat zij met anderen gaan sterven.”

Op de vijfde dag van de zeven laatste dagen
zag Hij de wereld en zei:
“ ‘k Neem de zon maar weer terug tot Mij,
haar gouden gloed is veel te mooi voor hen.”

En Hij zag Zijn schepsels wenen,
Hij zag Zijn schepsels huilen,
maar bidden deed er geen één.
En weer een dag ging heen.

Op de zesde dag van de zeven laatste dagen
zag Hij de wereld en zei:
“Nu komt het vuur, en branden zullen zij
waarvan niet één Mij aandacht nog verleent.

En toen hij op de laatste dag
die doodverlaten wereld zag,
toen heeft ook Hij geweend.



J. G. Moring/K. Hille