Goed nieuws, want we gaan naar huis,
we gaan allemaal naar huis, dus goed nieuws.
Goed nieuws, want we gaan naar huis,
in een dagje zijn we thuis, dus goed nieuws.

Ik zat jaren in de piepzak, in de put en de puree.
Ik had de indruk dat er iemand domme dingen met me dee.
Dacht ik ’s ochtends nog ‘hoera’, dan dacht ik ’s avonds weer ‘o jee’.
Ik heb mijn portie wel gehad, maar ja, allez
Ik ben veel te lang van huis geweest, zodat ik niets meer weet.
We hadden alle dagen wat en variatie bij de vleet
en er zijn dingen die ik allemaal met liefde weer vergeet.
Voor mijn part komt de mot vandaag in Kamerbreed.
Alles is vergeten en vergeven,
laat ik het niet nog een keer beleven.

Goed nieuws, want we gaan naar huis,
we gaan allemaal naar huis, dus goed nieuws.
Goed nieuws, want we gaan naar huis,
in een dagje zijn we thuis, dus goed nieuws.

Het gaat goed, schat, dus hou moed, schat, goede moed, schat, goede moed.
Bij Loo, een eind komt aan uw bitterheid, uw dagen worden zoet.
Ik vind het allemachtig jammer dat ik terugkeer zonder hoed,
maar ik wil geen dagje langer blijven, hoor. (Goed, goed, goed.)
Ik gaf al mijn zakken goud, al mijn dukaten als het moet,
en alle paarden met die malle ene hoorn op hun snoet,
al mijn lakeien en mijn oeros en ook mijn onroerend goed.
Nou zie je dat die hoed er ook geen moer toe doet.
Alles is vergeten en vergeven,
laat ik het niet nog een keer beleven.

Goed nieuws, want we gaan naar huis.
U gaat allemaal naar huis, u. Goed nieuws.
Goed nieuws, we gaan allemaal naar huis.
In een dagje zijn we thuis, dus goed nieuws.

Ik maak een tuintje voor mijn huis en daarin plant ik lekker sla.
Ik schrijf een boek van mijn belevenissen zonder de poeha.
Wanneer er iemand iets wil weten, slaat hij daarin alles na.
Ik noem natuurlijk jullie ook… Bla, bla, bla.
Jongelui, dit alles duurt nog even,
laat ik het niet nog een keer beleven.

Goed nieuws, want we gaan naar huis,
we gaan allemaal naar huis, dus goed nieuws.
Goed nieuws, u gaat allemaal naar huis,
u gaat allemaal naar huis, dus goed nieuws.
Goed nieuws, we gaan allemaal naar huis,
jij gaat morgen mee naar huis, dus goed nieuws.
Goed nieuws, we gaan allemaal naar huis,
in een dagje zijn we thuis, dagje zijn we thuis,
dagje zijn we thuis, dus goed nieuws.