Als ik van wereldvrede spreek
ben ik idealist.
Denk ik aan de 4-dagenweek
dan heet ik communist.
En ben ik een atheïst
En ben ik een atheïst

Omdat ik in ’t Vlaams een liedje zong
was ik een flamingant.
Omdat ik te veel naar Holland ging
heette ik protestant.
Omdat ik mijn gedacht eens zei
zonder gazetten of TV
vonden ze me frank
vonden ze me frank

Omdat ik naar Lier ging met de trein
noemden ze mij toerist.
Omdat ik dronk een liter wijn
was ik een alcoholist.
En gooi ik een tomaat of drij
naar ’t monument van Schelde-vrij 
dan ben ik ’n anarchist
dan ben ik ’n anarchist

Omdat ik Fransen gaarne hoor
ban ik een franskiljon.
En als ik een bandiet vermoord
dan krijg ik geen pardon.
Soms breng ik een fles genever mee,
maar aan de grens: geef af kadee,
of ge vliegt in ’t prison
of ge vliegt in ’t prison

Omdat ik een doedelzak bespeel
noemen ze mij een Schot.
Als ik in Oostende mij verveel
zeggen ze: “Die is zot.”
En vind ik inquisitie vuil,
dan zegt de Jezuïet: “Houdt uwe muil.
’t Was in de naam van God.”
’t Was in de naam van God

Noch socialist, noch Stalinist,
pastoor noch liberaal,
republikein, imperialist,
‘k ben geen van allemaal.
En schoon dat ‘k liedjeszanger zijn,
voor mij is politiek te klein.
’t Is eender in welke taal
’t Is eender in welke taal