Feest

T'is feest , t'is feest in onze gemeente
De klokke klinkt
De beiaard zingt
De vlagge wappert op den toren
Trompetgeschal
Toont overal 
T'kanon laat zijn gedonder horen
En blij gewoel
Baart vreugdgevoel
T'is feest on onze gemeente

Thans wordt met opgeruimd gemoed
Het nieuwe raadsgebouw begroet
Dat als een heerlijk kunstjuweel
Zijn kroonlijst , tinne en fraai kanteel
Bevallig stout ten hemel heft
En oog en hart bekoort en treft
Verwonderd staat gans Borgerhout
Op t'statig huis , hem nieuw gebouwd
En fier ziet het de scharen aan
Die voor t'palleis begeesterd staan
Het voelt thans dat die rijke schat
Het aanzien van zijn bakermat
Verbreiden zal in noord en zuid
En in vervoering juicht en luid

Groet

Gegroet , gegroet o kunstsieraad
Beheersend markt en plein en straat
Gegroet door dichte drommen
Gegroet uw vormen overschoon
Uw kloeke pui met brede kroon
Gesteund door prachtkolommen
Gegroet uw aanblik lief en bont
Die toelacht als een vriendenmond
Gegroet uw kleurige bogen
Zacht blinkende met parelglans
Gegroet die rijke zuilentrans
Waarmee ge zijt omtogen
Gegroet uw brede torentin
Met klingelende beiaard in
Die zingt van lang voordezen
Gegroet gegroet o kunstsieraad
Beheersend markt en plein en straat
Gegroet , gevierd , geprezen

Allegporie

Hoor dichte burgerschare
Voor t'prachtgebouw vereend
Dat spreekt een taal zeer klare
Uit zijn bezield gesteend
Zijn zijden , kloek gedreven
In blokken zwaar en sterk
Verbeelden ernst in t'leven
En noeste vlijt in t'werk
Zijn echte Vlaamse stempel
Roept (wijzend op t'verleen)
Spreek Vlaming in uw tempel
Uw tale en anders geen
Wees lustig en blijmoedig
Bij s'levens wee en wel
Dit zingt u hel en goedig
Het vrolijk beiaardspel

Lied van den beiaard

Wij minnen t'beiaardspelen
Als t'opgeruimde kwelen
Van t'lustig vogelijn
T'vrolijkt alle geesten
Bij gul en hartlijk feesten
Door noten hel en fijn
Wij minnen t'beiaardspelen
Het komt ons harte strelen
Als t'zwoegen ons drukt neer
Zijn toon komt met verblijden
Van s'handels druk verkeer
Wij minnen t'beiaardspelen
Het zal ons volk vereélen
Door liederen nieuw en oud
Welaan , voed door uw tonen
den kunstsmaak bij de zonen
Van t'bloeiend borgerhout

Lofspraak

Lof en dank en eerbewijzen
Klingelen uit den beiaard rond
Voor t'bestier dat hier deed rijzen
T'schoon gedenkstuk uit den grond
Hulde straalt uit tinne en toren
Voor de kunstenaars in wier brein
T'prachtig raadhuis werd geboren
Stout en statig , lief en rein
Lof en dank en eerbewijzen
Aan vernuft en wijs bestier
Die t'paleis hier deden rijzen
Dat we aanschouwen , blij en fier

Stemme der maagd van borgerhout

Daar ruist geheimzinnig als t'gezucht
Van d'avondkoelte in zomerlucht
Eene allerzoetste sprake
Het is de maagd van Borgerhout
Die uit den hoge ons aanschouwt
En over ons blijft waken
O Vlaming aan uwe vaderen trouw
Gij huldigt met uw prachtgebouw
Den geest van t'groots verleden
Juich vrolijk op uw heerlijk feest
En richt ten hemel hart en geest
In reine vrome beden

Gebed

O vader aller volkeren
Algoede hemelheer
Van boven lucht en wolken
Ziet ge op ons allen neer
Aanhoor de vurige bede
Die stijgt uit hart en mond
Zend voorspoed heil en vrede
Op Borgerhoutschen grond

Opwekking

Welaan hier voor ons groots gebouw
Verstand en wil gericht
Naar eer en deugd en Vlaamsen trouw
En streng volbrachte plicht
Dan is ons heerlijk raadspaleis
Geen ijdele pronk of schijn
Maar t'volk zal werkzaam , kalm en wijs
Alom in achting zijn
                  ----------------------------