Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Violetten songtekst
Je score:
Violetten Violetten , vroegst gave en Zoetste van de lentedagen Zijt gij liefkens , ook weer daar ? Ach gij draagt uw droeve kleurkens En verspreidt uw fijne geurkens In de goeweek ieder jaar Goeweekbloemkens zou k'u noemen Krege ik oorlof om de bloemen Te herdopen lief gewas Goeweekbloemkens ei ! Wie weet er Eenen anderen n,aam die beter Op uw verwe en balsem pass ? Is t'uw kleur niet die de kerke Draagt opdat elkeen bemerke Dat zij de geheimenis Van de passie onzes heeren Van zijn kruisdood aan t'vereeren Ach ! En aan t'berouwen is Peers en purpel als de striemen Van de wrede geselriemen Op zijn goddelijke leén Peers en purpel als de wonden Die hij droeg om onze zonden Zijt gij violetjes kleen ! Als ik uwe geuren ruike Denk ik altijd aan de kruike t'Slanke vaatje van albast Van Maria Magdeleene En met haar , ik minne .... en weene Wegens mijnen zondenlast Denk ik aan de vrome vrouwen Jesu's eenigste getrouwen Die zijn uitgebloede lijk In den maagdelijken grave Brachten hare reukwerkgave In een laatsten liefdenblijk k'Wil een tuiltje violetten Aan den voet van t'kruisbeeld zetten Daar , in t'midden van de schouw Moog mijn hert u liefdebalsem Bieden Jesu met den alsem Van oprecht en groot berouw ----------------------