Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Sinjorenlied songtekst
Je score:
Sinjorenlied Men klaagt in t'land dat wij sinjoren Den kop opsteken veel te stout Eja dat leren wij van onzen toren Die opfonteint tot in het hemelwoud Storm aan zijn granieten schoft mag rukken Hij kan niet , hij wil niet , hij zal niet bukken Steeds even stug en hecht Staat onze toren recht Juist als uw vorstelijk schonen toren Zo stug en stout , zo recht en hecht Sinjoren gij flinke Sinjoren Tot spijt wie t'benijdt Den stoeren kop houdt recht Altijd altijd altijd Men mort in t'land dat wij Sinjoren Verliefd als geen op eigen schoon Het vreemde schoon nooit duurbaar kan bekoren Dat leren wij van onzen Antigoon Als de oude reus omringd van al zijn magen Rondrijd op zijn vergulden wagen Wat rust dan houw en trouw Zijn oog op de eigen vrouw Gij dichters kunstenaars geboren Met eigen ziel en oog en aard Sinjoren begaafde sinjoren Tot spijt van wie t'benijdt Blijft de eigen kunstkroon waard Altijd altijd altijd Er zijn er die het dwaasheid noemen Dat wij , wat lokstem vleide of riep Ons eigen taal nog steeds de schoonste noemen En blijven Vlaams als god ons schiep Dat leert toch heel t'volk van Leie en Schelde Wat juk zijn kloeke schouders knelde Het bleef toch de eeuwen rond Steeds even Vlaams en blond Trouw als uw reus , trots als uw toren En erven gij eens hogen naams Sinjoren ei blonde Sinjoren Tot spijt wie t'benijdt Blijft Vlaams koppig Vlaams Altijd altijd altijd ------------------------------