Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - Moederken der bloemen songtekst
Je score:
Moederken der bloemen Ik kijk zo dikwijls door het raam Terwijl je op je stok gebogen Weer weggaat na t'halfuurtje saam En telkens roepen dan mijn ogen Wat onvoldoende werd gezeid Wat in de nuchterheid der dagen Geen stem vond dan thans die der spijt Ik reikhalsde tot de laatste hage Je gans aan mijn gezicht onttrok Jij die nooit kwam om te strelen Ik die je sla thans met je stok Hoevele keren nog , hoevele Vraag ik , zal ik daar mogen staan Tot ik het al , Hemel en Leie De mooie buurt zie ondergaan In een wasem van eenzaam schreien ? Je bent vandaag weder gekomen Je hebt weerom iets nieuws bedacht Je had des nachts iets liggen dromen En t'reeds tot uitvoering gebracht Het zaad besteld dat van de zomer De tuin vol bloemen van je staat De tuin van mij , je kale dromer Mijn vrouw met een verveeld gelaat Had even iets tegen dat "krijgen" Ik zag je weder door het venster gaan Gebukter steeds door d'ijle twijgen Ik stond me met je stok te slaan Voor als je eenmaal niet meer bent Heb jij gezorgd eeuwige lent Dat je nog altijd om die hage Zult blijven komen op mijn vragen Dat ik tot honderd zoete bloemen Altoos je naam zal kunnen noemen O mijn oud moederken , je vindt Ook jij , daar tot het eind je kind -----------------------