Het lied van de fabriekswerker

Ik ben in geen kasteel geboren
Ik ben een arme werkmanszoon
Maar k'laat toch vrij mijn liedje horen
Al klinkt het nederig van toon
Zit tussen deze zwarte muren
Waar zelden eens de zon komt zien
Hier slijt ik mijne levensuren
Bij t'ronken van de stoom machien

Refrein
Hier slijt ik mijne levensuren
bij t'ronken van de stoom machien

Hier ziet men gene bloemen bloeien
Hier waait geen wind om u heen
Hier doet de zon geen wangen gloeien
Hier zingt geen vogelken , o neen !
Ach hier in dees verpeste zalen
Hoort men t'geronk van riem en kam
Kan men met moeite ademhalen
En wordt het lichaam moe en stram

Refrein
Men kan met moeite adenhalen
En wordt het lichaam moe en stram

O gij die in wijdopen velden
Van s'morgens vroeg tot s'avonds laat
Waar bloem en vrucht Gods goedheid melden
Gezond en kloek aan d'arbeid slaat
U doet de last van d'arbeid zuchten
Maar broeder maak toch geen misbaar
Want hier in dees verdorven luchten
Weegt d'arbeid ons wel dubbel zwaar

Refrein
Want hier in dees verdorven luchten
Weegt d'arbeid ons wel dubbel zwaar

Maar toch , ik geef geen moed verloren
k'Sta trouw en vast aan d'arrebeid
k'Laat soms een vrolijk liedje horen
Dat de machine begeleidt
Of k'weet een grapje uit te vinden
Dat mijne makkers lachen doet
Want zij zijn allen goede vrienden
Zo wordt ook hier ons leven goed

Refrein
Want zij zijn allen goede vrienden
Zo wordt ook hier ons leven goed

Aan u oprechte werkmansvrienden
Die naar het woord van Paus en God
Voor ons verbetering zoekt te vinden
Verbetering is ons hachelijk lot
Aan u wil ik mijn vrage sturen
Wat beter loon , wat zonneschijn
En doe de taak wat korter duren
De werkman zal u dankbaar zijn

Refrein
En doe de taak wat korter duren
De werkman zal u dankbaar zijn
           ----------------------