Vlaamse volksliederen
Vlaamse volksliederen - De eerste vrouw songtekst
Je score:
De eerste vrouw Reeds menigmaal had t'aardse rijk een tuimelaar gemaakt Reeds menigmaal had de leeuwerik zijn morgenlied gestaakt Toen Adam in het paradijs , dat God tot woonst hem gaf Te rusten lag in t'malse gras en sliep gelijk een graf Hoe zalig is hij sprak de heer , de schepper van t'heelal Zo lang geen haat , geen liefdedrift in t'hert hem sluipen zal Maar t'woord was pas uit Gode's mond , of Adam liet een zucht Die als een bittere jammerklacht weergalmde door de lucht Wat scheelt er aan , zo dacht de heer , bedrieg ik mij wellicht Hij sprenkelde hem eenige druppels regen in t'gezicht Waarop de man ontwakend riep : O hemel wat verdriet Ik dacht vervloekt dat zij het was , en nee zij is het niet Wie zij , wat zij vroeg God verstoord , een kat een koe een boom ? Of was t'een duivelin die gij gezien hebt in uw droom Een engelin geloof ik god , van t'schoonste en zuiverste ras Of was t'een duivelin , ik wenste da'k een duivel was Ach lieve heer , wat was zij schoon , wat billen mals en rond Wat dievenoog , wat krullend haar wat lieve kleine mond Gij schepper gij die alles kunt , kom maak mij zo een ding En k'zweer dat ik mijn leven lang uw lof en almacht zing De goede God wist gene raad , ofschoon hij alles weet Want wat de eerste mens hem vroeg , dat deed hem waarlijk leed Maar aangezien hij t'zelve vroeg , dacht God dat het zo zij En d'eerste vrouw die werd geflikt uit stof en as en klei En Adam sliep weer als de heer hem ene rib ontnam Wijl eva eerst een beeld van klein nu tot het leven kwam En s'avonds toen ze naast haar man zich neerlei in het groen Gaf d'eerste man aan d'eerste vrouw voor d'eerste maal een zoen Geen pen beschrijft de zoete vreugd , het onbegrensd genot Dat hij haar schonk , dat zij hem gaf , van liefde beiden zot Ook toen de schepper adam vroeg , welnu wat denkt ge man ? Riep hij : Neem al mijn ribben weg en maak er vrouwen van ____________________________________