Toon Hermans
Toon Hermans - De straatmuzikant songtekst
Je score:
O, ik ken een deuntje Dat zweeft door de bomen En het zingt van vreugd en verdriet Het is niet uit Amerika gekomen Maar geloof me, toch is het een lied Dat is het lied van de straatmuzikanten Dat langzaam verdwijnen gaat Het zijn van die naamloze klanten Maar ‘k zie ze zo graag in de straat Een accordeon Een dreuntje, een deuntje Dat hoort bij de regen Het hoort bij de zon In de straat Een accordeon Een dubbeltje danst Van het derde balkon Als de accordeon zingen gaat Het hoort bij de dromen Die we allemaal dromen Wanneer we voorbij gaan op straat Het hoort bij de kinders, bij vogels, bij vlinders Het hoort bij het goed en het kwaad Aan accordeon Zingt zonder pretenties Een lied voor de mensies Omhoog naar dat derde balkon Waard de een is geëindigd De ander begon Bij een lied in de zon -Zeg, mensen, kent u die prachtige mop van die man die zo graag muzikant wilde worden? Kent u die mop? Ik moet ‘m dan vertellen. Ik heb hem niet zelf bedacht, ik heb ‘m gehoord, maar ’t is een meesterlijke mop. Ik zal ‘m ‘ns even vertellen. D’r kont ’n mopje aan, dan kan je lachen, hoor. Ik moet nou al lachen; ik weet hoe ‘ie afloopt, hè. D’r is ‘n… d’r is ‘n… Als u hem kent, moet u ’t zeggen, hè. D’r is ’n man. Zo’n mooie mop, joh. D’r is ’n man en die man die wil graag muzikant worden, hè. En op zekere dag koopt die man ’n toeter op ’n veiling, hè. Haha, sorry. En die man die komt met die toeter thuis en z’n vrouw die zit toevallig aardappelen te schillen. En die vrouw.. hahaha die vrouw.. haha. die vrouw ziet ineens die man staan in de deur met die toeter, dus die vrouw die weet van toeten noch blahahahaha. Toen zegt die vrouw, die zegt: Jan, wat is dat? Toen zegt die man: dat is een tuba. Toen zegt hahaha Toen zegt die vrouw; kun je erop blazen? Nou komt ‘t. Toen zegt die man: Ja, ik kan er wel op blazen, maar als ik erop blaas is het net alsof ik tesatopeperhahahaha. Hoe vin u die? Dat vind ik zo’n mooie mop, hè. Gisteravond na de voorstelling kwam d’r iemand naar me toe, vroeg of ik ‘m nog een keer vertellen wou. Hij had ‘m niet verstaan, zei ‘ie. Mensen, waar zijn die straatmuzikanten? Waar is dat nobele ras? Die zomaar een deuntje wierpen in ons raam Alsof ’t een speelbal was Ach, geef ons meer straatmuzikanten En wat minder: De beeldbuisbazaar Want er zit minder geld Maar veel meer poëzie Op de hoek, op de rand van een trottoir Een accordeon Zingt zonder pretenties Een lied omhaag naar dat derde balkon En papa danst met ma In een bloemenjapon Op een accordeon