Toon Hermans
Toon Hermans - Af En Toe Ben Een Kind Githa, Als Ik Stil Aan M'n Piano Zit songtekst
Je score:
Over deze songtekst:
In de zomer als de zon schijnt bovenop mijn grijze knar En ik zie een vlieger in de wind Dan heb ik heimwee naar een ijsje aan zo’n ouderwetse kar Want in de zomer ben ik af en toe een kind. En in het najaar zit ik op een kermispaardje Of bovenop de schouders van mijn pa Zo vertrouwd in der rook van zijn sigaartje En in het voorjaar kijk ik vlinder achterna. En in de winter als het koud is en ik ga huiverend door de stad Weet je wat ik in die kou zo lekker vind Van die knapperende frietjes,zo’n papieren zak patat In de winter ben ik af en toe een kind. En dan heb ik helemaal geen trek om op te krassen Ik zie weer die rare rooie mijter van de sint En dan krijg ik altijd zin om in de sneeuw te plassen Want in de winter ben ik af en toe een kind. Githa, Githa Jouw gezicht Githa, Githa Jouw gezicht is een gedicht Een gedicht zo lief geschreven Elke dag lees ik het even. Githa, Githa Elke dag heb jij mij betoverd Want donker wordt weer licht En grijs wordt weer blauw Githa, Githa ‘t Komt door jou. Als ik stil aan mijn piano zit En ik zoek een handvol lieve zit Als ik stil aan mijn piano zit Dan komt zij de kamer binnen. Twee kleine handjes reiken naar de toetsen onder mijn hand En mijn ogen lopen vol tot aan de rand. Als ik stil aan mijn piano zit En die engel klautert naast me op mijn kruk Gaat het van rin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedoe En mijn dag kan niet meer stuk. Ik zing het voor, zij zingt het na Mijn liedje van bonpapa, bonpapa, bonpapa, bonpapa, bonpapa En als ze lacht zie ik een stralenkransje Dat is voor dit soort engelen heel normaal En ’s-avonds maak ik vaak met haar een dansje Over de hoofden van de mensen in de zaal. Als ik stil aan mijn piano zit En die engel klautert naast me op mijn kruk Gaat het van rin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedin-kedoe En mijn dag kan niet meer stuk. Ik zing het voor, jij zingt het na Liedje van bonpapa, bonpapa, bonpapa, bonpapa, bonpapa Ik zing het voor, zij zingt het na Mijn liedje van bonpapa, bonpapa, bonpapa, bonpapa, bonpapa.