Hij loopt verloren op het Rembrandtplein,
Met een kater en zijn pet op half zeven.
Hij mompelt zacht : "Goeie dag mijnheer van Rijn."
'k Moet u van Rubens nog de complimenten geven.

In de pijp kent hij een toffe bruine kroeg,
Ze hebben "Duvel" en een meid met zwoele ogen.
Hij heeft vandaag nog twee musea voor de boeg,
Al had hij eerst een dagje Artis overwogen.

Wat zoekt een Vlaming in Amsterdam.
Geen nasi-bal, geen slappe frieten.
En al lopen hier verdomd veel knappe grieten.
Er moet een and're reden zijn dat hij naar mokum kwam.
Wat zoekt een Vlaming in Amsterdam.
Geen nachtwacht , geen rondvaart op de grachten.
Want met Jan Van Eyck en Memling in gedachten
Kan dit nooit de reden zijn dat hij naar 't noorden kwam.

Hij leest "De Morgen" op 't centraal station ,
Want een belg haalt hier de krantenkop maar zelden.
In de verte speelt een klein accordeon
Ontroerend mooi "Zie ik de lichtjes van de Schelde"

Later wandelt hij doorheen de rosse buurt.
Maar voor een nummertje heeft hij vandaag geen centen.
In de Jordaan heeft hij een kamer afgehuurd
Met ouderwetse "art deco" ameublementen.

Wat zoekt een Vlaming in Amsterdam.
Geen nasi-bal, geen slappe frieten.
En al lopen hier verdomd veel knappe grieten.
Er moet een and're reden zijn dat hij naar mokum kwam.
Wat zoekt een Vlaming in Amsterdam.
Geen nachtwacht , geen rondvaart op de grachten.
Want met Jan Van Eyck en Memling in gedachten
Kan dit nooit de reden zijn dat hij naar 't noorden kwam.