Robert Long
Robert Long - Seizoenen songtekst
Je score:
De lentenacht geurt naar de meidoorn; het is vochtig maar zacht voor de tijd van het jaar; het voorjaar maakt tempo, de knoppen zijn zwaar; er waait een opwindende bries door je haar, gekruid met lavendel en gember. Het leven begint en de toekomst ligt klaar, nog mijlen ver af van september. Welnee, zover is het bij lange nog niet, dus je grijpt elke kans die de lente je biedt. Met zijn geuren en kleuren en hoopvolle harten, die wachten tot jij ze verovert. De maan en de sterren, ze spelen je parten. De liefde heeft alles betoverd. Je zoekt en je vindt en je bindt je een tijdje, de rozen ontluiken en liefde is blind, maar plotseling ga je weer zien en het spijt je, dat jij hem of haar niet de liefste meer vindt. Er komt nog een ander en nog één en nog één, het loopt naar het einde van mei. Je bent minder groen en iets minder een dromer. De lente is bijna voorbij, het wordt tijd voor de zomer. De zomer geurt zachtjes naar rozen; het is vochtig en warm voor de tijd van het jaar. Het loopt naar augustus, de herfst ligt al klaar en voor je het weet waait er sneeuw in je haar. Dat begint soms al voorin november. Nog eventjes door en de winter is daar, dan is het opeens december. Maar goed, zover is het voorlopig nog niet, dus je grijpt elke kans die de zomer je biedt. Met zijn ‘alles’ begint nu zijn lokken, de kansen, het hele heelal aan je voeten, beminnen en lachen en vrijen en dansen, de schat van je leven ontmoeten. Die ene uit duizend, verdomd, en die vind je. De dagen zijn zonnig, de nachten te kort. Het wordt tijd voor een huis en een hond en een kindje. Je ziet dat het groen al wat geliger wordt. En voor je het weet, heeft je kind al verkering en worstelt zich stap voor stap vrij. Het duurt niet zo lang meer, dan zeg je: ‘Nou, ga maar, de zomer is bijna voorbij. Het wordt tijd voor het najaar.’ Het najaar geurt kruidig naar mossen; het is vochtig en koel voor de tijd van het jaar; het tempo wordt trager, je wordt middelbaar; er zit al behoorlijk wat grijs in je haar en alles wordt stiller en sober. Het seizoen ademt heiwee, goodbye, au revoir: het is definitief oktober. Er ligt niet zo heel veel meer in het verschiet, dus je grijpt elke kans die het najaar nog biedt. Je kijkt om je heen en je maakt de balans op: de pieken, de dalen en wat je verloor. Waar is het te laat voor? Waar maak je nog kans op? Je wou dat het even wat minder hard vroor. Je geest voert je mee naar een tijd die niet terugkomt: weemoedige dagdromerij. Je merkt dat het leven steeds meer van je afsnijdt. De winter gaat langzaam voorbij, het wordt tijd voor het afscheid.