Rob van de Meeberg
Rob van de Meeberg - De spoorwegstaking songtekst
Je score:
Reeds lang had ik mijn vrouw beloofd naar Amsterdam te gaan Zo’n belofte die maakt schuld en diende eindelijk vervuld Zo kwam d‘r na lang wachten ook de blijde morgen aan En om dat ik er nu niet meer van buiten kon Ging ik in vredesnaam op weg naar het station En gezellig en tevree gingen de kindertjes ook mee Jantje, Keesje, Aaltje, Nel met zo’n lam verhuizersstel Bovenop m’n nek daar hing onze jongste lieveling Achteraan m’n vrouw, m’n Wiesje met het karrebiesje Zo kwamen wij toen aan ’t station en ik vroeg aan ’t loket: “Derde Amsterdam, meneer! Zes retours voor heen en weer” De kaartjesman zei: “Beste vriend, ga jij maar weer naar bed Zie maar dat je een andere keer het reisje maakt Want vandaag heeft overal de spoor gestaakt” Ik zei: “Verdikkie, dat is lam! Één keer wil ik naar Amsterdam Ik sta met al mijn kinderen hier, zelfs het kleinste mormeldier Ik heb mijn hele lieve leven door, nooit gezeten in het spoor En nu ik een reisje wil gaan maken, gaan ze staken!” M’n vrouw zei: “Kijk daar gaat de chef, die met z’n rode pet” Als een pasgevangen beer liep die kerel heen en weer Ik dadelijk naar de chef toe en ik vroeg beleefd en net: “Wanneer gaat naar Amsterdam de eerste trein?” “Hm, hm”, zo zei ‘ie, “’t zal wel overmorgen zijn” Ik zei: “Leen me alsjeblieft dan maar een oude locomotief Stoken kan m’n oudje wel, die steekt thuis ook als de hel” “Ja”, zo zei m’n schattebout, “geef maar een bossie kachelhout Dan zal ik het vuur aanmaken. Laten ze maar staken” Ze leenden me geen locomotief. Ik riep de inspecteur De inspecteur zei dan: “Hm!, Hm! Hm!” en de chef zei: “Hm!, Hm!, Hm!” “Zeg, kan ik nog naar Amsterdam?”, vroeg ik een conducteur En de conducteur zei: “Hm!, Hm!, Hm! O zoo” En toen ging ik ‘t maar 's vragen op 't bureau Toen ik op ‘t bureau daar kwam en vroeg: “Kan ik nog naar Amsterdam?” Zeiden ze allemaal: “Hm!, Hm!, Hm!” toen zei ik ook maar: “Hm!, Hm!, Hm!” Heel ‘t personeel was stom, ik zei: “Ik kom later wel weerom” Dan zal ik de reis wel maken als ze niet meer staken