De kapper knipt mijn haar
Met om zijn mond een brede lach
Hij is net van vakantie terug
En doet me nu verslag:

“Het was een hele mooie reis
Meneer het was zo fijn
Limburg is een paradijs
Een feest om daar te zijn!

We hebben veel gewandeld
Ja, soms regende het wel
Het weer werkte niet mee
Maar daaraan wenden we heel snel”

Hij toont me nu zijn foto’s
En ik zie een heel naar mens
Met een wat ontevreden hoofd
En een afzichtelijke pens

“Dit is mijn vrouw hier in de trein
Ze kijkt nog wel wat sip
Ik had haar beautycase vergeten
Ze zat even in de dip

Ook had de trein vertraging
Want er was weer eens een stremming
Nou hadden we een hele week
Maar ’t drukt toch wel de stemming

Kijk! Mijn vrouw voor het hotel
Ze ziet nog wel wat bleek
Ze had iets te veel gegeten
En haar maag is snel van streek

Maar het hotel was magnifiek
Met een verwarmd terras: perfect!
Steeds wanneer het regende
Dan zat je overdekt

Dit is mijn mooiste foto
Op een wandeling gemaakt
Mijn vrouw oogt wat mismoedig
Ze was achterop geraakt

Dat komt, ze is wat zwaarder
En ze had haar knie bezeerd
Maar ja, dat kan gebeuren
Ze was verder ongedeerd!”

“En waar is deze dan gemaakt?, vraag ik,
“Die waar uw vrouw op lacht?”
“Oh, dat is hier voor de deur
We waren toen net thuisgebracht…”