We mogen langs het lijntje,
we benne de reserve.
En als ik straks het veld op moet,
dan zal ik het besterven.
We hebben wel een shirt aan
en kousen tot de knie,
maar meer dan wie de keeper is,
weet niemand van ons drie.

Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Lalalalalalalalalaaaa.
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Zeg het voort, dus zing het effe na!
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Lalalalalalalalalaaaa.
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Zeg het voort, dus zing het effe na!

Ik hing, wanneer ik keeper was,
gordijntje in het doel.
Ik eiste ook een kacheltje,
een tafel en een stoel.
En als ik het niet druk had,
was de thee klaar in de rust.
Wat heerlijk om sportief te zijn,
voetbal in m’n lust!

Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Lalalalalalalalalaaaa.
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Zeg het voort, dus zing het effe na!
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Lalalalalalalalalaaaa.
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Zeg het voort, dus zing het effe na!

Bewaar vooral je kalmte,
blijf koel in het gejoel.
De bal moet naar de overkant,
bij voorkeur in het doel.
En als er een je tegenhoudt
of voor het doel gaat staan,
dan zeg je hem: ‘Een nette heer
valt nooit een dame aan.’

Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Lalalalalalalalalaaaa.
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Zeg het voort, dus zing het effe na!

We mogen langs het lijntje,
we benne de reserve.
En als we straks het veld op gaan,
zal ieder het besterven.
Maar als we niet meer foebele,
dan keldert onze club.
We foebele voor Oebele!
Oebele moet de Cup!

Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Lalalalalalalalalaaaa.
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Zeg het voort, dus zing het effe na!
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Lalalalalalalalalaaaa.
Foebele, foebele, foebele in Oebele!
Zeg het voort, dus zing het effe na!

Zeg het voort, dus zing het effe na!