Koos, nou ben je toch gaan dien
Klungel, heb ie nou je zin
Nou ben jij een soort machine 
Van mevrouw de koningin

Zie ik je tussen die soldaten
Gaat er iets in mij kapot
‘k Weet niet meer of ik je mot haten
Of ik lach of grienen mot

Vroeger in je eigen kleren
In je pak van bommezijn
Kon ik groots met jou verkeren
Was je helemaal van mijn

Nou heb jij vergulde knopen
En een flodderbroekie aan
Mot ik zo met jou gaan lopen
Met zo’n knul de straat op gaan

Kobus, ga je eens bekijken
Met je masker tegen ’t gas
Dan zal jij subiet begrijpen
Dat ik voor zo’n vrijer pas

Werken wou ik, wassen, sjouwen
Alles wou ik voor je doen
Wat heb ik van jou gehouden
In je vuile boezeroen