Neerlands Hoop
Neerlands Hoop - We moeten strijden voor de wadden/ Duo Dubbel en Dwars III songtekst
Je score:
En zo doende zou ik zeggen, Dubbel, geef even de eerste maten van het liedje over het Wad. Ons land is klein, dat weet een ieder Dat hebben we op school gehad Maar het kan groot zijn in z’n schoonheid Ik denk hierbij speciaal aan het Wad De Zeeuwse Wateren zijn ook prachtig Zoals in alle folders staat Maar ze missen net dat wat het Wad heeft En wat zich niet beschrijven laat Als je bij eb door het kleffe Wad loopt En de klei zich aan je zolen kleeft Zie je het licht van de Brandaris Dan besef je dat je leeft Je loopt maar wat door het Wad te waden Tot je op oude schuiten stuit En je weet: als straks de vloed komt Blaast de leider op z’n fluit Als je bij vloed gehaast weer terug moet Niet meer goed weet wat je doet Kom je vaak op verraderlijke plekken Waar je blijft steken met je voet Als de reddingsploeg dan uitblijft Worden velen in paniek gebracht Maar ik raad u aan dan eens te letten op De schoonheid van het Wad bij nacht Oh, yeah De schoonheid van het Wad bij nacht Oh yeah Zo kan ik nog wel uren doorgaan Tot u denkt wat een O.H. is dat Uw aandacht zou daardoor verslappen Dat zou ten koste gaan van het Wad Want hoe wij hier dan ook bijeen zijn Van gematigd links tot radicaal We moeten strijden voor de Wadden In ‘t belang van allemaal Want hoe wij hier dan ook bijeen zijn Van genieperig tot zeer gemeen Van knettergek tot schizofreen Van horrelvoet tot slecht ter been We moeten strijden voor de Wadden In ‘t belang van iedereen Tot ’t nut van ’t algemeen Ja, ne,nee, nee, nee,klapt u niet, hier vanavond in Wiege, werk met ons mee en laat ’t aankomen op één grote ovatie dan winnen wij tijd en kunnen we ons repertoire afwerken. Dubbel, misschien kan je even van dat ding afgaan. Ja, dank je wel. En dan gaan we nu door met iets instrumentaals en het leuke daarvan is er wordt niet bij gezongen. Dat gaan we nu even spelen op een banjo en het leuke van deze gitaar is dat Dubbel ‘m even voor z’n buik houdt en laat zien hoe die in elkaar zit. We zien hier de klankkast met het klankgat. Daaroverheen zitten snaren met een kam. Dat is voor als de snaren door de war zitten. En die snaren worden aangeslagen met een plectrum. Er zitten er veertig van in een pakje en je moet dus oppassen dat het plectrum niet in het klankgat valt. Verder zitten hier de knoppen en je moet ook uitkijken dat de klankkast niet naar de knoppen gaat. ’t Is misschien wel leuk om nog even te vertellen dat Dubbel dit nu gaat spelen en in de tussentijd trek ik me even bescheiden terug achter m’n dukdalf en ik zou zeggen Dubbel ga je gang. En ’t is misschien nog wel leuk om te vertellen dat dit melodietje uit Angola komt en ’t zal dan ook wel geen zuivere koffie zijn. Ik zou zeggen Dubbel ga je gang en ik ga even achter deze dukdalf staan en in de tussentijd speel je dat wijsje. Je hoeft niet af te tellen. Je kunt onmiddellijk beginnen met spelen. Ja, dat is geweldig gedaan. Nee, nee, dames en heren, verdorie nog an toe, hier in Lent. Wat is dat nou? Wat krijgen we nu? Waarom gaat u er nu doorheen klappen. Nee, we gaan nu door m,et een liedje over iemand die kaasfondue uit het vuistje wou eten. Ah, nou hebben ze ’t alweer door, dat is nou jammer. Nou voor de mensen hier in Arnhem die later hebben ingeschakeld, wil ik graag vertellen dat die man z’n jatten verschrikkelijk verbrand heeft. En ‘t leuke van dit lied is dagt ’t komt uit Zwitserland. Het is bij Lobith ons land binnengekomen en de melodie is van adel. ’t Is een edelweiss en dat liedje dat gaan we nu niet zingen. Nee, nee, nee, eh, dames en heren, doet u ’t nu niet, wacht even tot straks de grote ovatie. Ik wil graag hierop aansluiten met een verhaal van een oude vrouw die woont op een hofje en krijgt dan op zekere dag het bericht dat haar broer in Duitsland niet meer is.. eh. Jonge man was onmiddellijk na de watersnood zijn geluk in Duitsland gaan beproeven en is daar getrouwd met een vrij adellijk vrouwspersoon die heel langzaam die familie weggedrukt heeft en genegeerd heeft en die mensen gekleineerd en afgeschoven en geprobeerd heeft weg te drukken en geen contacten, nooit eens een hartelijkheidje, een briefje met kerstmis. en ja en toen op een gegeven moment dan ook Donner derde werd in ’t IBM-toernooi, hebben ze alle banden definitief verbroken met ’t vrouwtje. En dat heeft ‘r altijd veel pijn gedaan. En op dit moment krijgt ze dan dit bericht en wil haar broer graag dan nog éénmaal de laatste eer bewijzen. En ja, er is geen geld voor een treinkaartje. Haar AOW komt pas de volgende week en dus besluit ze geld te lenen bij haar buurman. Ook geen bemiddeld man, maar toevallig iemand die z’n AOW een week eerder krijgt. Ik zou ’t prettig vinden als u niet zou lachen. ’t Is misschien wel een taboe, maat ’t is toch prettig als we dit zo stil mogelijk kunnen behandelen. Als u er moeite mee heeft, doet u dan uw hand voor uw mond en als u niet verkouden bent, kunt u uw zakdoek nog wel in uw mond stoppen. Het vrouwtje gaat met dit geld in haar handtasje naar het station en onderweg komt zij langs een bloemenwinkel en realiseert zich dan opeens dat zij haar Duits heel slecht beheerst. Zij wil aan het graf zeker geen flater te slaan en dus koopt ze alvast een krans en gewapend met dit ronde kleinood begeeft ze zich naar het station waar ze een treinkaartje koopt en ze loopt op het perron op waar de D-trein. De D van dood zou je haast zeggen. Ja, er zijn nog steeds mensen die hun hand niet op hun mond hebben. Het lijkt me ’t beste, dat we ’t dan maar even bij elkaar gaan controleren. Als u even bij uw linkerbuurman wil kijken, dan zijn alleen de mensen rechts op de hoeken vrij. Mevrouw stapt de trein binnen en komt aan bij een compartiment en ze kijkt door het raam en ziet daar zitten een slordig geklede jongeman, een student algebra. Nou, even dan. En die jongeman ziet het oude vrouwtje. Hij legt zijn sportkrant ter zijde en schuift de deur open en zegt: “Zal ik voor u even de krans in het bagagenet leggen?” En opeens kijkt hij het oude vrouwtje aan en hij heeft de krans in z’n handen en vraagt haar: “Heeft u iets gewonnen?” Waarop de oude dame repliceert: “Nee, jongmens, ik ben iemand verloren.” En dan is die spanning zo voelbaar en die blijft ook aanwezig tot aan Zevenaar dat op zo’n moment ben je altijd weer dankbaar dat je de muziek hebt die je er bovenuit kan tillen en die je in één klap weer helemaal vrolijk kunt maken en daarom nu, Dubbel, even tijd voor de komische noot. Ja, dank je wel en dan gaan we door met…
Copyrights:
Auteur: Freek de Jonge, Bram Vermeulen
Componist: Freek de Jonge, Bram Vermeulen
Publisher: ?
Laatst bijgewerkt door Anonymous op Wednesday 15th of June 2011 12:32