We rijden naar de afgrond, we rijden naar de afgrond
We zijn voor niemand bang

Er waren eens twee bussen boordevol met mensen
Die een wedstrijd deden wie ‘t eerste bij de afgrond was  

Bestuurders waren allen gek, toen ze gekozen werden 
Maar bleken doof en blind zodra de race begonnen was

Corrupte conducteurs vochten achterin als ratten
Voor het beste plaatsje bij de nooduitgang

En binnenin werd overlegd door hevig verontrusten
En helemaal voorin zong men: we zijn voor niemand bang

We rijden naar de afgrond
We zijn voor niemand bang
We rijden naar de afgrond
We zijn voor niemand bang
We rijden naar de afgrond
We zijn voor niemand bang

En in die bus, zat ik het noodlot te voorspellen. De waarheid gaat verscholen in een mop. terwijl ik grappen maakte op het naderende einde, was van beide bussen de benzine op.

Dus zal er ergens wel een pomp zijn met een paar liter benzine
Die de inzet wordt van de grote vechtpartij 

Wanneer we halverwege inzien dat we beter kunnen delen
Dan gaan we met één bus door die in de afgrond rijdt 
  
We rijden naar de afgrond
We zijn voor niemand bang
We rijden naar de afgrond
We zijn voor niemand bang
We rijden naar de afgrond
We zijn voor niemand bang

En in die bus zit ik dan weer het noodlot te voorspellen. De waarheid gaat verscholen in ween mop. En nu is het maar te hopen dat die afgrond niet te ver is, anders zijn m’n moppen op.