Ziehier de huismus
Niks ongewoon
Een uitgebluste mus
Een vader en zijn zoon

Eenden eten geven
‘Kijk, papa een pauw’
Fier op zondagochtend
Vader en zijn zoon

   Nachtegalenpark
In de herfstzon
Nachtegalenpark
Vader en zoon

‘Papa?’ ’Ja jongen’
‘Waarom doen die mensen raar?’
‘Ssst, jongen. Niet wijzen
Die mensen houden van elkaar’

‘Papa’ ‘Ja jongen’
‘Waarom houden die mensen van elkaar?’
‘Goh, jongen
Dat is een moeilijke vraag’

‘Papa’  “Ja, jongen’
‘Waarom een moeilijke vraag?’
‘Omdat het niet gemakkelijk is, jongen
Om te kunnen zeggen: ik zie je graag’

‘Papa’  ‘Ja, jongen’
‘Krijg ik een pannekoek?’
‘Pannenkoek, jongen
Nieuwe spelling. 
Onthoud dat goed’

‘Papa’ “Ja, jongen’
‘Van mama krijg ik er altijd een’
‘Luister jongen
Je bent nu bij papa op bezoek’
   Nachtegalenpark
In de herfstzon
Nachtegalenpark
Vader en zoon

Tamme kastanjes rapen
Omdat dat lekker is
En omdat wilde kastanjes
Te wild zijn voor een mus

‘Luister, jongen. Hoor je dat niet?
Fwwt... fwwt… fwwt… fwwt… 
Fwwt… Suskewiet
Dat is een vink, een distelvink
Geen haan die daar om kraait
Maar hoer eens hoe hij mij zingt

Tsrrr…. fwwt… tsrrr…
Dat is een merel
Tsj, tsj, tsj, tsj, dat is een tjiftjaf
Allez, jongen zet die i-pod toch eens af’

‘Papa’ ‘Ja, jongen’
‘Ik verveel mij’
‘Allez, jongen. 
Luister eens hoe mooi die lijster zingt’

‘Papa? ’ ‘Ja, jongen’
‘Ik verveel mij’
Ó.K., jongen
Ik breng je terug naar de parking’

   Nachtegalenpark
In de herfstzon
Nachtegalenpark
Vader en zoon

‘Papa?’  ‘Ja, jongen’
‘Mama laat op zich wachten’
‘Ja jongen
IK heb nooit anders geweten’

‘Papa’ ‘Ja jongen’
‘Gelukkige verjaardag’
‘Dank u jongen
Ik dacht al dat je ’t was vergeten’

‘Neen papa
Ode liefde roest niet
Ook al liet jij ons toen in de regen staan
Oude liefde roest niet
Ook al liet jij ons toen in de regen staan’