Ik woon bij de haven waar mijn kameraden
Uit allerlei landen de waren verladen
Ze vegen bij wijle het zweet van hun snuiten
Ik loop in de herfstwind een deuntje te fluiten

Ik kijk naar de drukte aan boord, op terreinen
Het lossen van vrachten op auto´s en treinen
Hef op, laat hem vieren, krijst één der kornuiten
Ik loop in de herfstwind een deuntje te fluiten

Ik sta bij de haven waar jaren geleden
De werkers in domheid elkander bestreden
Soms werd er geknokt in de ruimen van schuiten
Ik loop in de herfstwind een deuntje te fluiten

Ik toef bij de haven en denk aan de jaren
Toen duizenden werkers nog klaplopers waren
Die vloekten en scholden op mensen met duiten
Ik loop in de herfstwind een deuntje te fluiten

Ik heb bij de haven veel uurtjes versleten
Maar wat er gegroeid is zal ´k nimmer vergeten
De groei der beweging is niet meer te stuiten
Ik loop in de herfstwind een deuntje te fluiten