Marius Monkau
Marius Monkau - Uilenspiegel songtekst
Je score:
‘k Ben Tijl – Een mens – Al wil de kerk niks wezen Van mijn persoon… God is toch niks voor mij Voor kwezels die bij mij gestoorden heten Blijf ‘k onverstoorbaar, maar da’s ketterij Zolang hier tirannie de vrijheid neervelt Pak ik tirannen en hun beulen aan Maar hoe kan God kalm neerzien op een wereld Waarin hij moordenaars vrij rond ziet gaan? Waarin hij moordenaars vrij rond ziet gaan? Het harde gladde smoel van al die beulen Staat op mijn netvlies eeuwig ingeprent Ik weet hoe heet een brandstapel kan smeulen De pijnbank is mij voor en na bekend Aan hoeveel galgen heb ik niet gesparteld Hoe dikwijls viel mijn hoofd niet van het schavot Hoe vaak in ’t concentratiekamp gemarteld En dan vergast… Wie greep er in? Niet Gog Dus jaag ik zelf nu achter moordenaren Als God wil slapen… Ik zal wakker zijn Hun zoekend loop ik dag en nacht te staren Op straat en binnenshuis en in de trein De hel is uitverkocht maar er zijn plaatsen Gereserveerd en ik breng hen erheen Ja, ik! een Rus, een Vlaming, een zigeuner ‘k Ben Vietnamees, Jood, neger, iedereen ‘k Ben Vietnamees, Jood, neger, iedereen ‘k Ben Tijl, een mens die sterft en dan blijft leven Een droom wellicht, misschien ook werklijkheid Geus Uilenspiegel heet ik niet voor even Dat is voorgoed dus ook voor deze tijd Geen muilkorf, geen subsidie en geen dreigen Of wat men ook aan dwang voorhanden heeft Ik zal niet rusten en ik zal niet zwijgen Zolang hier één zo’n moordenaar nog leeft Zolang hier één zo’n moordenaar nog leeft