Jules De Corte
Jules De Corte - Wintervogel songtekst
Je score:
Vogel, kijk de lucht eens aan, zie de regen slaan op de ruiten. Vogel, en ik hoor je niet fluiten. Telkens jaagt een stormakkoord uit het westen voort naar het oosten. Vogel, en ik kan je niet troosten. Ben je niet bang met het zwart van de nacht klam als een klem om je heen? Is er een vogel die saam met jou wacht? Of ben je ’s winters alleen maar alleen? Kleine vogel, zonder zonneschijn is een hart zo klein en zo nietig. Vogel, wat kijk je verdrietig. Vogel, zie de mensen gaan door een winterlaan zonder dromen, koud en verwaaid als de bomen. Zong jij maar een enkel lied, maar ik hoor je niet, hoe ik ook luister. Vogel, de dagen zijn duister. Grijs is de morgen en zwart is de nacht, klam als een klem om ons heen. Ik heb al zolang op een wonder gewacht, maar in de winter gebeuren er geen. Kleine vogel, als het sneeuwt in het rond en de vorst de grond doet verstijven, Vogel, waar moet je dan blijven? Vogel, tel de dagen niet, tel de plagen niet, maar blijf hopen. Eens gaat de hemel weer open. Dan zal er weer lente zijn en een zoet refrein om te zingen, zoet als de geur van seringen. Dan wordt het leven weer hoopvol en blij, zonnig en vrolijk gekleurd. Dan zul je zingen voor hen en voor mij dat misschien toch nog het wonder gebeurt. Kleine vogel, als de lente lacht en de wind waait zacht uit het oosten, vogel, wil jij ons dan troosten?