Hij is een nette, vlotte man;
wel niet zo'n prater als Wim Kan,
maar als het moet, weet hij zijn woordje best te zeggen.
Hij kleedt zich nimmer excentriek,
niet al te daags, niet al te chic.
Hij zal zich nooit in kamizool te slapen leggen.

Hij kent elk kneepje van het vak
waar hij zijn kostje mee verdient.
Hij selecteert met veel gemak,
daarbij zichzelf en niets ontziend.
Hij heeft het land aan lelijk weer
en aan een smakeloos menu.
Hij is au fond dus net als u.

In zijn agenda staat: precies
om tien uur dertig komt De Vries
en tegen elven moet hij Rademaker bellen.
Een conferentie dan en daar,
een zakelijk lunchje met Verlaar
en daarna honderd dingen af- of bijbestellen.

Het is haast middernacht
eer hij zijn ogen eindelijk sluit.
En 's morgens zeven, hallef acht
moet hij het warme bed weer uit.
Hij brengt het op, al vindt hij het echt
weleens een tikkeltje te cru.
Hij is ook daarin net als u.

Er is zoveel waar hij van houdt,
er is zoveel dat hem benauwt,
hij zou beslist weleens een jaar lang willen slapen.
Maar dan opeens kan hij het weer aan
en schept hij vreugd in zijn bestaan
als in een volle beker Châteauneuf du Pape.

Om politiek geeft hij geen zier,
hij leeft alleen van goede smaak,
van goede winst en goede sier
en voor het welzijn van de zaak.
Hij is tevreden met een redelijk
aantal ogen op de jus.
Hij is au fond dus net als u.