Jules De Corte
Jules De Corte - De streekroman songtekst
Je score:
Wanneer ik 's avonds heb gegeten en alle rommel is aan kant, dan duik ik nimmer, moet u weten, in de kolommen van de krant, maar ik grijp een boek van die of deze. Ik zet me neer en ik denk: 'Ach kom, ik ga eens lekker zitten lezen' en sla het eerste blaadje om. Het boek begint met te verhalen hoe op een kille dag in maart een jonge boer, genaamd Van Balen, mistroostig door het venster staart. Zijn blik verraadt een zee van zorgen. Hij zit daar sprakeloos en stom, dat doet hij bijna elke morgen... En ik sla weer een blaadje om. Zijn jonge vrouw staat aan zijn zijde met in haar hart een knagend wee en om haar mond een trek van lijden en in de stallen loeit het vee. Er is voor hen niets meer te hopen en hij begint met stuurs gegrom de kamer heen en weer te lopen... En ik sla weer een blaadje om. Maar dan opeens, wie komt daar nader, met vastberaden kloeken tred? Het is de boer zijn oude vader. Nu wordt het spannend, opgelet! Hij komt naar binnen zonder kloppen en zegt: 'Nou wil ik kuit of hom. Kom met de waarheid op de proppen!' En ik sla weer een blaadje om. Het wordt een herrie op de hoeve en ook de waakhond gaat tekeer. Men smijt met stoelen en met poefen. En er gebeurt nog heel veel meer. Maar het gevolg moet ik u onthouden, doch morgenavond denk ik: 'Kom, ik ga mijn boek weer openvouwen. Dan sla ik weer een blaadje om.'