Joost Prinsen
Het Klokhuis & Joost Prinsen - Ode aan de baggerschuit songtekst
Je score:
Breskens bij nacht: de veerpont is er niet, de lichtjes spoken rond, aan de overzij Vlissingen-Haven, in het donker ronkt een baggerschuit zijn varkenslied. Dit is zijn lust en leven: in de modder graven. Mijn kraag waait op, de wind rukt aan mijn jas en broek, ginds draait de jakobsladder zijn eindeloze ronde. Jakobsladder: klein baggerwerktuig, staat in het woordenboek. Bagger: modder met fietsen, laarzen, dode honden. Het stinkt daar. Vroeger rook modder naar mosselen en wier. Ach, dat ze zelfs de baggerschuiten nu vervuilen. Je rook de bagger, toen ik jong was, nog voor je plezier. Het is jammerlijk voorbij, ik kan wel huilen. Dit gaat er door me heen, in Breskens, waaiend op de dijk, de schuit die diept de Westerschelde uit en vaart in kringen, ik roep ‘ahoy’, voor de baggeraars een huldeblijk, de wind verwaait mijn stem. Kijk, daar is het veer uit Vlissingen.
Copyrights:
Auteur: Hans Dorrestijn
Componist: Harry Bannink
Publisher: ?
Details:
Uitgegeven in: 1990
Taal: Nederlands
Laatst bijgewerkt door Anonymous op Thursday 23rd of June 2011 22:01