We hebben niet  zo veel gezegd
vannacht.
We hebben niet  zo veel gepraat.
We hebben niet  zo veel gezegd
vannacht.
We gingen slapen
want het was al laat.
 
Hoeveel woorden
hebben mensen nodig?
Hoeveel woorden
moeten er gezegd?
Hoeveel woorden
hebben mensen nodig?
Waarom
moet alles altijd uitgelegd?
 
We hebben niet  zo veel gezegd
vannacht.
We hebben niet  zo veel gedaan.
We hebben niet  zo veel gezegd
vannacht.
We waren moe
en wilden slapen gaan.
 
Zo veel woorden
hebben wij niet nodig.
Zo veel tussen ons
hoeft niet gezegd.
Zo veel woorden
hebben wij niet nodig.
Ik vind het fijn bij jou.
Ik vind het fijn bij jou.
Echt?
Ik vind het fijn bij jou,
ja echt!
Oh ja?