De strijkers zijn beschaafd
Van jongsaf zeer begaafd
Ze zijn zo keurig opgevoed
Ze spelen met een blij gemoed
Ze strijken keurig net
Een lieflijk strijkkwartet

Vaak is er ook een vrouw
Die strijkster worden wou
Zij zit zo sierlijk als een zwaan
Tegen haar grote cello aan
Zij speelt, gekleed in zij
Een fraaie melodij

   De blazers, dat is andere koek:
Die komen van de fanfare
Alwaar zij in hun korte broek
Zo mooi aan het fluiten waren
Of hebben in de harmonie
Geweldig leren blazen
En spelen zij hun melodie
Dan breken alle glazen

De strijkers zijn charmant
Zij zijn van goede stand
Hun vaderhuis heeft een balkon
Met uitzicht op een fraai gazon
De strijkers zijn bedaard
En uiterst fijnbesnaard

   De blazers, dat is andere koek:
Die komen van de fanfare
Alwaar zij in hun korte broek
Zo mooi aan het fluiten waren
Of hebben in de harmonie
Geweldig leren blazen
En spelen zij hun melodie
Dan breken alle glazen

Soms hoor je tegelijk
Geblaas en ook gestrijk:
Dan is ’t een symfonieorkest
Dat kan dus heus, dat kan wel echt
Wanneer de dirigent
Zijn vak tenminste kent