Herman Finkers
Herman Finkers - De kip songtekst
Je score:
Dat de leeuw in de buurt was, Had de kip al lang doorzien. Ze kon ut zeer wel zien, Aan die dampende hoop novellecuisine. Zo'n leeuwenkeutel, vers uit de bip, Is heel gezond voor een kip. En als zij met haar bekje Naar ut drekje neigt, Heeft zij nog geen erg in de echo Die, stil verstopt in een berg, op enig geluid van een keutel en kip wacht en zacht zwijgt. Zwijgt tot de kip prikt Met haar snavel En zo een gat als een navel In 't drekje brengt, Schrikt en denkt: shit! Shit, ik doe van: 'flut', Als ik prik met m'n bek In die drek-prut. Maar hoor dan: 'Flut-ut-ut-ut-ut-ut-ut' Uit die luttele sputteprut. ut kippeding denkt dóóór en dóóór, En, doordrenkt van klam transpiratievocht, Dat knersende hersentjes persen uit 't teder vedergedrocht, Vindt ut ut antwoord wat ut zocht op 't vraagstuk van 't 'ut-ut-ut-ut-ut-ut'-geluidje Uit ut vreemd pruttelend drekprutkluitje. 'Gut', denkt de trut, 'Flut', doet de prut. Wanneer zijn snavel ut doorboort. En 'flut-ut-ut-ut-ut-ut-ut' is die prut plus de echo die antwoordt zodra ut dat 'flut' hoort. En de leeuwenkeutel, die in zijn weldoorboord lichaam, Een tintelende scheut van genot zo genoegzaam voelt gespoeld, Zingt, dat 't tot terging der mensheid, Tot hoenderen wijsheid, Heel eventjes stinkt, Maar eindeloos klinkt.