Hans Dorrestijn
Hans Dorrestijn & Martin van Dijk - Ongeduld songtekst
Je score:
Ik ben zeer ongeduldig dat is een karaktertrek Als ik ergens op moet wachten, nou dan word ik stapel gek Het bestaan dat is een kwelling maar dat is mijn eigen schuld Het ligt niet aan de wereld maar aan mijn ongeduld Ik deed al als klein baby’tje mijn ouders veel verdriet Want wachten kon ik in mijn vroege jeugd al niet Ik riep vanuit de wieg of het slaaplied korter kon Ook wilde ik graag weten wanneer mijn pubertijd begon Op school vroeg ik de eerste dag: “Wanneer krijg ik mijn rapport?” ‘k Kon niet wachten op mijn beurt, dus ik holde naar het bord Als je zo ongeduldig bent, is dat een lelijk ding En ik wachtte steeds vol ongeduld wanneer dat overging Maar sta ik op station en is de tijd weer niet op tijd U snapt dat ik de stationschef dan in z’n kuiten bijt ‘k Kan niet wachten bij de tandarts of op het postkantoor Alle klokken in mijn huis wonen zeven weken voor En heb ik tulpenbollen in m’n tuin geplant Ga ik ’s winters al naar buiten met een haven in m’n hand En dan blaas ik verhit de hete lucht in ‘t rond ‘k Forceer in januari de tulpen uit de grond ’t Kan mij niet vlug genoeg gaan wat betreft de tijd Iedere seconde duurt voor mij een eeuwigheid Iets kan nog zo mooi zijn zoals een liefdesnacht Toen heb ik alsmaar op de zonsopgang gewacht Alles duurt en duurt, alles duurt te lang Een vrijpartij, vakantie, een schitterend gezang Zoals dit lied dat u zo geduldig bent Als ik zelf in de zaal zat, was ik eruit gerend Nu komt de laatste regel. O, wat ben ik blij Eindelijk het slotakkoord. Goddank, het is voorbij