Als ik een dame zie lopen
Dan slaat mij het harte zo blij
Dat ik niet met haar getrouwd ben
En zij uiteraard niet met mij

Dat ik niet met haar hoef te delen
Liefde en wanhoop en sleur 
Dat ik haar niet hoef te vervelen
Met mijn praatjes en mijn gezeur

Dat ik geen rozen voor haarhoef te kopen
Met parels en parfum erbij
Als ik een dame zie lopen
Dan slaat mij het harte zo blij

Dat ik nooit van haar hoef te horen
Dat ik onze trouwdag altijd vergeet
Dat haar het lot niet is beschoren
Dat ik opeens haar voornaam vergeet 

Zij kan wel heel mooi lopen wezen
Qua schoonheid is zij echt niet mis
Dat ik niet met haar getrouwd ben
Scheelt een hele hoop erregernis

Dat zij Noch ik hoeven lijden
In een troosteloos huwelijksdal
Dat ik nooit van haar hoef te scheiden
Dat maakt mij het blijste van al
Hoezee