Als ge wordt geboren dan hebt ge niet te kiezen
Ge weet het niet op voohand waar komt ge terecht
Het is een loterij, ge kunt winnen of verliezen
De ene mens heeft chance en de andere heeft pech

Ge hoort heel dikwijls zeggen, het leven is een geschenk
En voor sommige mensen is dat misschien zo
Maar als ge eens wilt weten hoe dat wij daarover denken
Voor de meeste onder ons is het gene cadeau

Hebt ge een liefdevolle moeder en een goeie vader
Een gezellige thuis, een warm nest
De kans om te studeren, een spaarpot voor later
Dan hebt ge ne voorsprong op al de rest

Maar voor ons zijn de zaken niet zo goed verlopen
Toen het geluk voorbij kwam keken wij juist opzij
Het geluk is iets raar, ge kunt het nie-ver-ans niet kopen
We trokken 't foutje lotje, in de lotterij.

Ze noemen ons kansarmen, ofwel marginalen
Ze tellen ons niet mee – en dat zijn we beu (kotsbeu)
Omdat we gene auto of geen huis kunnen betalen
Neemt de maatschappij ons niet au serieux

Wij zijn evengoed mensen, met ons fierheid en ons dromen
En 't recht op een fatsoenlijk bestaan hier op aard
Voor ons is die droom – niet uitgekomen
Maar zijn wij daarom, misschien minder waard?
Zén waai daarom, misschien minder waard?