Is ’t oorlog of crisis, de winkels zijn leeg
De boer heeft geen piepers, de bakken geen deeg
De mensen zijn mager als een lat of een stok
Dan verdwijnt als eerste het konijn uit zijn hok
Dan wordt het dier met zijn vrolijke snoet
Gebakken, gebraden. ’t Is erg, maar het moet
En dan komt de kip en dan komt de geit
Ook al heb je daarvan later tragische spijt
Konijn, geit, kip, kuikentje, haan
In tijden van nood gaat alles eraan
En dan is de beurt of je wilt of niet
Aan de kanarie of aan de parkiet
En als je maag heel hard knort
Leeft de kat maar heel kort
In tijden van nood gaat alles eraan
Je vindt op een dag de hond in de pan
’t Dier dat zo vrolijk zijn staart heeft gewapperd
Ligt op de schaal in een korstje dat knappert

Konijn, kip, geit, piet, kat en hond
Zo blijf je in leven en zo blijf je gezond
En ook het leven van pony of paard
Is in tijden van nood geen stuiver meer waard
Zijn de mensen zo mager als een lat of een plank
Dan beginnen ze weldra aan de vensterbank
Dan worden cyclaam en geranium
Gekookt of gestoofd, gebakken, gebraden
En daarna de verzameling planten en bladen
Gedroogd in ’t album, ’t herbarium welnu
Prijkt op een dag ook op het menu
Tijdens de crisis stijgt de nood erg hoog
Dan eet je zelfs bladeren, dor, geel en droog
’t Is knokken, ’t is  vechten om het naakte bestaan
In tijden van nood gaat alles eraan
Konijn, kip, geit, piet, kat, hond, dor blad
’t Verzuurt, zegt het spreekwoord niet in het vat
Dus lieve kinderen gebruik je verstand
Wees in tijden van voorspoed goed voor dier en voor plant