Freek de Jonge
Freek de Jonge - Pierlala songtekst
Je score:
Over deze songtekst:
Van de CD "De kist van Pierlala"
Komt hier al by en hoort een klucht! Het is van Pierlala, Een drollig ventjen vol gerucht, De vreugd van zyn papa. Wat in zyn leven is geschied, Dat zult gy hooren in dit lied, 't Is al van Pierlala, sa sa! 't Is al van Pierlala. Zo zeer was Pierlala bemind Van moeder en vaertje saêm! Dat zy hem zeiden: ‘hoort eens, kind! Ons enig erfgenaem, Gy wordt haest meester van ons goed, Daerom ziet wel toe wat gy doet!’ ‘'t Is wel!’ zei Pierlala, ha ha! ‘'t Is wel!’ zei Pierlala. Maar als nu was den vader dood, Ons armen Pierlala. Die heeft zijn vrienden al genood, Op den uitvaart van papa. Hij hield niet veel van lekkernij, Hij gaf ze t'eten pap en brij; "'t Is bon", zei Pierlala, ha ha! "'t Is bon", zei Pierlala Daarvan werd Pierlala zo dul, Dat hij raakte op den loop. En met zijn makkers in den krul Liep zuipen stoop op stoop. Als hij dan thuis kwam vol en zat, Hij gaf zijn wijf een schop in 't gat. "Bon, daar!" zei Pierlala, ha ha! "Bon, daar!" zei Pierlala Omdat dit hem stak in den kop, Heeft hij zeer veel verteert; Maar als zijn schijven waren op, Sprak hij "Ik ben geleerd, Hoe dat van trouwen komt profijt; Ziet daar, ik ben mijn schijven kwijt, 't is op!" zei Pierlala, ha ha! 't is op!" zei Pierlala En Pierlala die had weer geld zijn moeiken die was dood. Hij deelde veel en was hersteld Hij sprak: "'k Zit nog in nood. Was ik maar van die soldaterij maar hoe zal ik dan raken vrij? 'k Weet raad", zei Pierlala, ha, ha "'k weet raad", zei Pierlala. Als hij die drank weer binnen had, Sprak hij: "'k ben nog meer krank!, 't is aan mijn hert, ik weet niet wat, En ik leef geen ure lang!" Hij maakte dan zijn testament Aan al zijn vrienden wel bekent. "Ik sterf" zei Pierlala, ha ha! "Ik sterf" zei Pierlala Alsdan werd Pierlala gekist Met zijn twee billekens bloot; Want niemand anders dacht of wist Of Pierlala was dood Hij werd begraven met de trom, De klokken luidden al bim bom, "'t Was fraai," zei Pierlala, ha ha! "'t Was fraai," zei Pierlala Als hij nu was in 't graf geleid Een half uur zo ik meen, De vrienden namen dan afscheid En trokken ervan heen; Hij schopte 't deksel van de kist En kroop er uit geen iemand wist: "Ik leef!" zei Pierlala, ha ha! "Ik leef!" zei Pierlala